20 spectaculaire nationale parken in Thailand (+ tips)

Tijdens je reis door Thailand ontkom je er niet aan: de vele schitterende nationale parken die het Land van de Glimlach rijk is. Hoeveel dan, vraag je je misschien af? 156! Yep, je leest het goed.

Het zijn stuk voor stuk gebieden die vanwege hun natuur en schoonheid beschermd worden door de Thaise overheid. Het belang van dieren, geologische formaties en bijzondere planten staat voorop. En een keertje niet dat (lees: het commerciële) van de mens. Om je een indruk te geven: in Thailand is dik 30 procent van de landmassa aangewezen als beschermd natuurgebied. Da’s een behoorlijk groot deel dus.

Of het nou gaat om marineparken met een levendige onderwaterwereld of ongerepte jungles waarin watervallen verscholen liggen, Thailand heeft qua natuur voor ieder wel wat wils.

Weelderig groen, krachtpatsers van watervallen, uitgestrekte natuurmeren, uit de zee oprijzende kalksteenkliffen, turquoise wateren en opzienbarende dieren wachten op je.

Cool is bovendien dat je in een hoop van de nationale parken in een tentje kunt overnachten, doorgaans beschikbaar gesteld door het nationale park zelf.

In dit artikel bespreek ik 20 pareltjes van Thaise natuurparken, inclusief de activiteiten die je er kunt ondernemen. Verder geef ik telkens even aan hoe je er kan komen, zo hoef je niet meer zelf uit te zoeken welke bus, trein of boot je moet nemen. Scheelt je weer het nodige werk. Indien mogelijk, zal ik er bovendien opties bijzetten om online je tour te boeken, mocht je dat willen.

Het is tijd geworden om de wildernis in te trekken en volop moois te ontdekken. Ik zou zeggen: trek je hike-schoenen aan, stop je snorkelsetje in je rugzak en ga met me mee!

1. Khao Sok National Park

Een van de oudere regenwouden ter wereld en tevens het meest bekende natuurpark van Thailand, is zonder twijfel Khao Sok National Park. Ze is een regelrechte favoriet onder backpackers. En da’s niet zonder reden.

Het ongerepte landschap met het Cheow Lan Lake, imposante rotskliffen, grotten waarin je kunt zwemmen, wilde jungle en pittoreske hutjes aan het meer, maken dit natuurlijke wonder tot een walhalla voor avonturiers.

Vanuit Bangkok kun je met de nachttrein naar Surat Thani gaan, je bent pak ‘m beet 12 uur onderweg. Daar pak je een minivan richting de ingang van het park, een rit van 1 uur.

Hieronder noem ik de hoogtepunten indien je een (meerdaagse) trekking door Khao Sok gaat doen.

To do’s

• Overnacht op het Cheow Lan Lake in een drijvende bamboehut.
• Ga varen op het Cheow Lan Lake. Voor de echte liefhebber: je kunt hier zelfs duiken!
• Spot diverse watervallen en loop naar de viewpoints met schitterende uitzichten.
• Wellicht ga je de grootste bloem ter wereld van dichtbij zien: de Rafflesia.
• Je kunt grotten bezoeken, zoals de Khang Cow Cave en de Namtaloo Cave. En ja, je kunt vleermuizen, spinnen en zelfs slangen tegenkomen.
• Ben je een dierenliefhebber? Ga dan olifanten wassen bij Elephant Hills. Of gewoon kijken hoe ze zelf een duik in de modderbaden nemen 🙂 .

Direct boeken

2. Khao Yai National Park

Khao Sok mag dan een van de oudere regenwouden ter wereld zijn, maar het oudste nationale park van Thailand is toch echt Khao Yai. Wist jij dat dit een fantastische plek is om dieren in het wild te spotten? En niet zomaar dieren: denk bijvoorbeeld aan Aziatische olifanten, gibbons en allerlei tropische vogels.

Enne, een tip die ik je wil meegeven: stop een sweater in je backpack als je naar Khao Yai National Park gaat. Door de relatief hoge ligging en de dichte bebossing, kan het namelijk best wel koel worden. Verder zijn lange mouwen en een lange broek 100% nodig in verband met bijvoorbeeld bloedzuigers.

Goed om te weten is dat het nationale park op ongeveer 175 kilometer ten noordoosten van Bangkok ligt. Vanuit de hoofdstad kun je een trein nemen naar Pak Chong, dit duurt 4,5 uur. Met de bus ben je sneller, je doet er dan 2,5 uur over.

To do’s

• Een aanrader is om een jungletrekking te doen met een lokale gids, bijvoorbeeld via je slaapplek in Pak Chong. Een aanrader is Bobbys Jungle Tours. Je kunt het uiteraard ook regelen bij de office van het nationale park.
• Ga Olifanten, herten en gibbons in het wild spotten, de kans hierop is zeer reëel als je een nachtsafari of een georganiseerde excursie doet. Verder zal je de exotische neushoornvogel waarschijnlijk in een boom zien zitten.
• Bekijk de mooie watervallen, waaronder de Haew Suwat Waterfall waar de film The Beach deels werd opgenomen. Het kan zo zijn dat je hier een Siamese krokodil ziet genieten van de zon, ja je leest het goed 😉 .
• Breng een bezoekje aan de vleermuisgrotten.

Direct boeken

3. Erawan National Park

Dé reden waarom je naar het Erawan National Park gaat, is het zien van de spectaculaire Erawan Waterfalls. En geloof me, dit zijn niet de eerste de beste watervallen die je tijdens je reis zult treffen. De prachtige kleur van het water doet mij een beetje denken aan de Kuang Si Waterfalls in Luang Prabang (Laos).

De waterval bestaat uit zeven verschillende lagen en je kunt iedere laag bereiken via een pad dat dwars door de jungle loopt.

Het nationale park ligt op 1,5 uur rijden vanaf Kanchanaburi en is te bereiken met een scooter of de bus. Als je met de scooter komt, dan betaal je 20 baht extra bovenop de entreeprijs van 300 baht.

Dit is trouwens geen natuurpark zoals bijvoorbeeld Khao Sok waar je echte trekkings kunt gaan maken. Je komt hier echt puur voor de watervallen naartoe. Maar dat is het zeker waard!

To do’s

• Ga de waterval tree voor tree beklimmen via de jungle. Hoe hoger je komt, hoe minder toeristisch het wordt.
• Glijd van de verschillende glijbanen die hier door de natuur gevormd zijn. Dit is weer eens wat anders dan een kunsstof glijbaan in een overdekt zwembad in Nederland 😉 .
• Het is verder een aanrader om te gaan zwemmen in de diverse waterbronnen en een verkwikkende douche te nemen onder het klaterende water.

Direct boeken

4. Similan Islands National Park

Snorkelen is een van de redenen waarom je naar de Similan-eilanden afreist, maar ook de schitterende stranden, de verwilderde natuur en de immense rotsblokken maken het tot een zeer pittoreske bestemming.

Voor duikers is ze evengoed een walhalla. Behalve dolfijnen, mantaroggen en walvishaaien kun je er zelfs witpuntrifhaaien spotten. En natuurlijk kleurrijke koralen. Het is niet voor niets dat veel mensen de Similan-eilanden tot de beste duikspot van Thailand en zelfs de wereld rekenen.

In totaal bestaat de archipel uit negen eilanden, gelegen in de Andaman-zee. Het merendeel van deze plekken is trouwens onbewoond, enkel op Koh Similan en Koh Miang leven mensen en zijn faciliteiten te vinden.

Je kunt het Similan National Park bereiken met een boot vanuit Khao Lak (1,5 uur), waar je in ongeveer 12 tot 14 uur met de bus kunt komen vanuit Bangkok. Verder kun je vanaf Phuket (2 tot 3 uur) reizen.

Niet vergeten: ieder jaar is het nationale park van mei tot en met oktober gesloten.

To do’s

• Ga duiken of snorkelen. De beste duikspot is Elephant Head. Hier kun je tevens enorme granieten rotsblokken zien en beklimmen. Bij Richelieu Roch heb je de kans om machtige walvishaaien te bekijken.
• Relax op de prachtige witte stranden van de diverse eilandjes. Met name de baai op Koh Similan en de twee kuststroken op Koh Miang zijn aanraders.
• Op Koh Miang kan je een paar leuke hikes door het regenwoud maken die je bij viewpoints met panoramische uitzichten brengen.
• Op Koh Bon moet je zijn wanneer je tijdens het duiken mantaroggen wilt bewonderen.
• Op Koh Similan, het grootste eiland, op Koh Miang en op Koh Tachai kun je kamperen. Tenten hoef je niet mee te nemen, deze staan al voor je klaar. Vooraf boeken via het nationale park wordt aangeraden.
• Als je alles uit je tijd op de Similan-eilanden wilt halen en je van plan bent om te duiken, dan is een liveaboard de beste optie om uit te kiezen. Je verblijft hierbij voor een aantal dagen op een boot en zal stoppen bij de mooiste duikspots die in de archipel te vinden zijn.

Direct boeken

5. Doi Suthep-Pui National Park

Op 15 kilometer ten oosten van Chiang Mai ligt het Doi Suthep-Pui National Park, een ideale plek als je even geen zin meer hebt in de hectiek van de drukke stad.

In het heuvelachtige landschap vind je bergen als Doi Suthep, Doi Pui en Doi Buagha. Doi Pui is met een hoogte van 1.658 meter de hoogste berg van het nationale park. Het verbluffende uitzicht op de stad bij de Doi Suthep-tempel is een van de voornaamste redenen waarom mensen hierheen komen.

Als jij een bezoekje wilt brengen aan dit Doi Suthep-Pui, dan kun je vanuit het centrum een ‘songthaew’ nemen. Je weet wel, dat typische Thaise vervoersmiddel waarin je achterin tegenover elkaar zit.

To do’s

• Klim richting de top van Doi Suthep waar je een Boeddhistische tempel vindt: de Wat Phra That Doi Suthep. Je kunt 309 treden lopen of met een lift gaan. Vanaf het bouwwerk heb je een schitterend zicht over Chiang Mai en omstreken.
• Bezoek het Bhubing Palace dat als winteronderkomen voor de koninklijke familie dient. Je vindt hier tevens vele vogel- en vlindersoorten.
• In het park vind je verschillende minderheidsdorpen om te bezoeken in de omgeving van het koninklijk paleis, de zogeheten ‘Hmong Villages’.
• Er zijn diverse watervallen om te zien: de Huay Kaew Waterfall (vlak voor de ingang), de Mon Tha Than Waterfall (in het nationale park, zo’n 3 kilometer lopen) en de Dtaat Mook Waterfall. De laatste waterval ligt is te bereiken via een trail van 7 kilometer, je kunt eventueel met een gids gaan.
• Voor de avonturiers: je kunt kamperen bij de Doi Pui Camping Area. Tenten staan al voor je klaar.
• Wil je volkomen zen worden? Dan is het Doi Suthep Vipassana Meditation Center de plek waar je wezen moet. Je hebt er retraites oplopend tot liefst  23 dagen.

Direct boeken

6. Kaeng Krachan National Park

Weet jij wat het grootste nationale park van Thailand is? Niet Khao Yai en ook niet Khao Sok, maar Kaeng Krachan met een oppervlakte van zo’n 3.000 vierkante kilometer. Best verrassend hè?

Dit is een heerlijke bestemming als je op zoek bent naar een natuurpark zonder hordes toeristen en wanneer je van wandelen door de mooie natuur houdt. Er leven hier trouwens olifanten, luipaarden, beren, gibbons, herten en tijgers in het wild.

Je vindt Kaeng Krachan National Park op zo’n 60 kilometer ten zuidwesten van Phetchaburi waar je vanuit Bangkok met de bus kunt komen, reken op ongeveer 3 uur. Ook kun je een minivan direct naar het nationale park nemen. Tot slot is de trein een optie, je bent dan 4 uur onderweg.

To do’s

• Ben je een vogel-liefhebber? Er leven hier meer dan 300 verschillende soorten.
• Je kunt de Phanoen Tung berg beklimmen. Het hoogste punt is 1.207 meter en het uitzicht op het groene landschap is onbetaalbaar.
• Ga wandelen naar de Tho Thip Waterfall die uit liefst achttien verschillende gedeeltes bestaat. Er zijn nog meer watervallen, waaronder de Pala U Waterfall die lieft elf niveaus telt.
• Zoek verkoeling in het Kaeng Krachan-stuwmeer en laat je betoveren door het beeldschone uitzicht.

Direct boeken

7. Khao Sam Roi Yot National Park

De letterlijke vertaling van ‘Khao Sam Roi Yot’ is ‘berg met 300 toppen’, het zal je dan ook niet verbazen dat dit natuurpark grotendeels uit heuvelachtige landschappen bestaat. Je vindt er imposante kalkstenen bergen, waarvan Khao Krachom met 605 de hoogste is.

Hoe kom je er? Je zal eerst naar Pranburi moeten reizen, zo’n 20 kilometer ten noorden van het park. Vanuit Bangkok kun je hier met de (mini)bus (5 uur) of trein (6 uur) komen. In Pranburi kun je een songthaew nemen om bij het Khao Sam Roi Yot National Park te komen.

To do’s

• Bezoek de verlaten stranden Hat Sam Phraya en Hat Laem Sala.
• Ga op avontuur in de Phraya Nakhon-, de Sai- en de Kaeo-grotten. Binnenin vind je verwilderde bomen, stalagmieten en zelfs versteende watervallen. In de Phraya Nakhon Cave staat een tempel, maar da’s niet het enige bijzondere: het naar binnenvallende daglicht, zorgt voor een sprookjesachtige setting.
• Het is een van de beste locaties in Thailand om allerlei bijzondere vogels te zien. Er leven zo’n 300 verschillende soorten.
• In de buurt liggen diverse eilandjes die je kunt bezoeken: Ko Sattakut, Ko Kho Ram, Ko Nom Sao, Ko Rawing Island, Ko Rawang en Ko Khi Nok.

8. Phu Kradueng National Park

In het noordoosten van Thailand ligt het spectaculaire Phu Kradueng National Park, om precies te zijn in de provincie Loei. Hier komen ieder jaar talloze mensen op af om de 1.316 meter hoge Phu Kradueng-berg te beklimmen.

Om er vanuit Bangkok te heen te gaan, neem je een bus naar Loei. De reistijd is 8 uur. Je stapt vervolgens uit bij Pha Nok Khao. Daar kun je met een minibus verder rijden naar het nationale park. Een andere optie in Bangkok is om de bus naar Chum Phae te pakken.

To do’s

• Loop in ongeveer 4 uur naar de top van de Phu Kradueng-berg.
• Overnacht bovenop de berg op een camping. Tenten zijn op deze bijzondere kampeerplek aanwezig.
• Zet de wekker om 05.00 uur om de fabelachtige zonsopkomst te zien bij de MakDook-klif.
• Ik wil je adviseren om 3 dagen uit te trekken om dit nationale park te verkennen. Nadat je hebt overnacht op de berg, kun je de volgende dag de bosrijke omgeving met watervallen en uitkijkpunten gaan ontdekken. Vervolgens kampeer je nog een nachtje op de bergtop, om de dag erop weer naar beneden te hiken.

Direct boeken

Wil je een driedaagse trektocht door het Phu Kradueng National Park maken? Geloof me, dat wil je 🙂 . Ik adviseer je om deze excursie te boeken.

9. Ang Thong National Marine Park

Wil je het hiken en jungletrekken verruilen voor een waar eilandparadijs? Ga dan naar het Ang Thong National Marine Park, eventjes ten noordwesten van Koh Samui. Dit nationale park bestaat uit liefst 42 verschillende eilandjes.

Leuk om te weten is dat er wordt beweerd dat de schrijver van het boek The Beach hier naartoe ging om inspiratie op te doen. En eerlijk gezegd begrijp ik best waarom 🙂 .

Het Ang Thong National Marine Park is vanaf Koh Samui per boot te bereiken, de reistijd zal ongeveer 2 uur in beslag nemen. Ook Koh Phangan en Koh Tao zijn eilanden waarvan je kunt vertrekken, al is Koh Tao minder gebruikelijk vanwege de mindere nabijheid.

To do’s

• Kajakken, snorkelen en duiken zijn hier een must. Snorkelen is top bij Koh Wao, en kajakken doe je rond Koh Mae Ko.
• Bekijk verder de prachtige smaragdgroene lagune op Koh Mae Ko: Talai Nai. ‘Ang Thong’ betekent ‘gouden kom’ wat verwijst naar deze zeewaterlagune.
• Het bekendste eiland is Koh Wua Ta Lap waar je van een panoramisch uitzicht zult genieten vanaf het viewpoint. Het is even klauteren, maar eens je op 500 meter hoogte staat, weet je niet wat je ziet. Je hebt hier bovendien de Bua Bok Cave om een kijkje te nemen.

Direct boeken

10. Tarutao National Marine Park

Als ik het dan toch over snorkelen en duiken heb, mag het Tarutao National Marine Park evenmin op het lijstje ontbreken. Ik had er mijn eerste echte wonderlijke snorkelervaring in Thailand en het is nog altijd een van mijn absolute onderwater-hoogtepunten.

Het meest toeristische eilandje is Koh Lipe, gezelligheid is hier gegarandeerd. Koh Bulon is juist onwijs rustig, iets dat eveneens geldt voor Koh Adang. Het vierde eiland van de cluster, Koh Tarutao, is een geval apart. De sfeer die er hangt heeft iets spookachtigs en da’s gezien het duistere verleden niet geheel onlogisch…

Vanuit de Pak Bara Pier vertrekken speedboten naar onder meer Koh Lipe (1,5 uur reistijd). Daar heb je talrijke travel agencies om een snorkel- of duiktrip te boeken. Pak Bara ligt overigens op 2 uur rijden van de luchthaven in Hat Yai. Vanuit Trang ben je ook rond de 2 uur onderweg om er te komen.

To do’s

• Boek een snorkeltrip op Koh Lipe en je zult vanzelf wel merken hoe speciaal het leven onder water in deze streek is.
• Ben je meer van het duiken of wil je je certificaat halen? Je zit wat dat betreft op een van Thailands beste plekken.
• Ga fietsen en door de jungle hiken op het mysterieuze Koh Tarutao, een eiland met een duister verleden…
• Slapen in een tentje op Koh Tarutao is ook onwijs vet om te doen.
• Ontdek de twee andere eilanden van de archipel: Koh Bulon en Koh Adang. Twee heerlijke spots voor rustzoekers.

Direct boeken

11. Sai Yok National Park

Op krap 90 kilometer van Kanchanaburi ligt het bergachtige Sai Yok National Park. Bij de ingang vind je kalkstenen grotten en overblijfselen van de Thai-Burma Railway, oftewel de Death Railway.

Om in Sai Yok te komen, kun je vanuit Kanchanaburi zelf de scooter pakken. Ook is het mogelijk om vlakbij de Tiger Temple een bus te nemen naar het nationale park. Het is ongeveer een uurtje rijden. Diezelfde Tiger Temple was overigens eventjes gesloten vanwege dieronvriendelijke praktijken. Intussen zijn er geen tijgers meer maar lopen er allerlei andere dieren rond. Ditmaal zonder mishandeld te worden.

Voor wat betreft de watervallen is Sai Yok in het regenseizoen op haar mooist. Een voordeel vergeleken met het nabijgelegen Erawan National Park is dat je er veel minder toeristen treft. Misschien zelfs geen een!

To do’s

• Neem een kijkje bij de Sai Yok Waterfall die uitmondt in de river Kwai. Je hebt er trouwens meerdere watervallen, waar je kunt zwemmen. Maar let op: de visjes in het water knabbelen aan je huid. Een gevoel wat effe wennen is haha!
• Ga met een longtailboot naar Mae Nam Noi Village om de bijzondere ‘queen crabs’ te zien.
• Er zijn diverse kalksteengrotten om te bewonderen. Een aanrader is de Lawa Cave waarin de kleinste vleermuis ter wereld rondfladdert: de ‘Bumblebee bat’.
• Het is ook gaaf om met een bamboeraft op de rivier varen en te hiken door de jungle. Kijk goed om je heen, want dit is samen met Kaeng Krachan National Park de beste plek voor het spotten van wildlife. Wat mij betreft hè 🙂 .
• Tot slot is een nachtsafari een absolute aanrader. Ga op zoek naar de dieren die in de nacht ontwaken.

12. Kui Buri National Park

Hét nationale park waar je haast gegarandeerd olifanten in het wild gaat zien, is het Kui Buri National Park. Echter, dit is niet de plek waar je moet zijn voor een avontuurlijke jungletrekking. Zo eerlijk ben ik ook met je.

Het nationale park ligt op zo’n 4 uur rijden vanaf Bangkok. Je kunt proberen een minibus te regelen en anders met de reguliere bus naar Hua Hin gaan, dit duurt 5 uur. Met de trein kan ook, je bent dan zo’n 4 tot 5 uur onderweg. In Hua Hin kan je vervolgens met een minibus naar Kui Buri rijden (1,5 uur).

To do’s

• Doe een safari-rondrit door het nationale park. Onderweg ga je verschillende speciale dieren zien, zoals olifanten, herbivoren, herten, bijzondere vogels en bantengs (runderen). Regel dit via het visitor center, je bent dan veruit het goedkoopst uit. Zelf rijden is niet toegestaan.
• Bekijk de Huay Dong Mai Fai Waterfall en de Pha Ma Hon Waterfall.
• Doneer eventueel iets aan het WWF en hun projecten, dit is mogelijk in het park.
• Je kunt in het park kamperen of in een eenvoudig hutje tukken.

Direct boeken

13. Pa Hin Ngam National Park

Dit nationale park is absoluut juweeltje bezaaid met tal van opzienbarende rotsen en schitterende bloemenvalleien. Het is een spot die voornamelijk locals aantrekt, toeristen zal je hier nauwelijks zien. Pa Hin Ngam is een ideale bestemming als je behoefte hebt aan serene rust en wel van een wandelingetje houdt. 

Het Pa Hin Ngam National Park ligt op 270 kilometer ten noorden van Bangkok en is ongeveer 4 uur rijden als je zelf een auto huurt. Indien je met de bus gaat, is de beste optie om naar Chaiyaphum te gaan (6 uur) en vanuit daar je transport naar het nationale park te regelen.

To do’s

• Bekijk de vele imposante rotsen.
• Als je in juli gaat, dan zal je de meest kleurrijke bloemen aantreffen in het mooie groene landschap.
• Loop naar Sut Phaendin, een steile klif waar je van een spectaculair uitzicht kunt genieten.
• In het regenseizoen zijn de Namtok Thep Prathan Waterfall en de Namtok Thep Phanom Waterfall de moeite waard om te bezoeken. Ze liggen overigens net buiten het nationale park.

14. Thung Salaeng Luang National Park

Als je van Bangkok naar Chiang Mai reist, kom je langs de stad Phitsanulok – de toegangspoort om het nationale park van Thung Salaeng Luang te bezoeken.

Smacht je naar een rustige omgeving en weelderige natuur, dan zit je hier helemaal op je plek. Je hebt er onder meer de grootste waterval van Phitsanulok.

Als je in Bangkok bent, kun je naar Phitsanulok gaan met de bus (6 uur), trein (5 uur) of zelfs het vliegtuig (1 uur).

To do’s

• Ga naar de fraaie Kaeng Song Waterfall, bij voorkeur in de maanden juni tot en met december.
• Hike door het park en spot kleurrijke bloemen van oktober tot en met december.
• Voor de echte die hards: ga raften in het wilde water bij Kaeng Wang Nam Yen.
• In de buurt van de waterstroming kun je tevens nog een aantal donkere grotten ontdekken.
• Wil je in het regenwoud slapen? Dat kan bij het Rain Forest Resort.

15. Khuean Srinagarindra National Park

Het Khuean Srinagarindra National Park staat ook bekend als Si Nakharim National Park en ligt in de Thaise provincie Kanchanaburi. Je vindt er diverse hotsprings, watervallen, grotten en groen-gekleurde kalksteenbergen. Verder leven er bijzondere beesten als luipaarden, civetkatten en de ‘slow loris’.

Eigenlijk heeft he Khuean Srinagarindra National Park alles wat het nabijgelegen Erawan National Park te bieden heeft, alleen is het er een stuk minder druk. Zet hem maar op je lijstje wanneer je van de gebaande paden wilt gaan.

Om er te komen raad ik je aan om dezelfde bus te nemen als naar het Erawan National Park. Khuean Srinagarindra National Park ligt namelijk ten noorden hiervan. Vraag even aan de buschauffeur of hij vanuit Erawan verder-rijdt of dat je daar over kunt stappen. Ten slotte is het mogelijk om bij Wat Thung Lat Ya in Amphoe Mueang (zo’n 20 kilometer van Kanchanaburi) in een songthaew te springen en zo richting het nationale park te reizen, dit duurt 4 uur.

To do’s

• Bezoek de meest bekende attractie van het park: de Huay Mae Kamin Waterfall die uit 7 verschillende niveaus bestaat.
• Aan de noordzijde van het park kun je samen met de locals gaan vissen.
• Ga op ontdekking in de Tham Sawan Cave en bekijk de indrukwekkende prehistorische muurschilderingen. Andere grotten om te bezoeken, zijn Tham Nam Mut en Tham Phra Kho.

16. Nam Nao National Park

Heb jij ooit al van deze plek gehoord? Ik denk het niet hè 😉 . Nam Nao National Park bestaat uit tropische bossen met onder meer bamboebomen. Je kunt er heerlijke wandelingen maken door de bergachtige en groene omgeving.

Hoe kom je in Nam Nao National Park? In Bangkok kun je een bus nemen naar Lom Sak, een rit van 6 uur. Daar pak je de volgende bus richting Khon Kaen (2 tot 3 uur rijden), zeg wel even tegen de buschauffeur dat je bij Nam Nao wilt uitstappen.

To do’s

• Verken de 3^e grootste grot van Thailand: de Tham Yai Nam Nao Cave. Binnen vind je onder meer vele stalagmieten en stalactieten. Het is een van de betere nationale parken als je van grotten houdt.
• Ga zwemmen bij de Haew Sai Waterfall. Een andere waterval om te bezoeken, is de Sai Tong Waterfall.
• Loop naar de top van de Phu Pha Chit-berg. Deze is 1.271 meter hoog en de tocht duurt ongeveer 6 uur (10 kilometer).

17. Pha Taem National Park

In de Ratchathani-provincie ligt het 340 vierkante kilometer grote Pha Taem National Park dat uit schitterende tropische regenwouden en de meest vreemde rotsformaties bestaat. Om precies te zijn ligt dit natuurpark op de grens bij Thailand en Laos langs de Mekongrivier.

Je kunt helaas niet met publiek transport naar Pha Taem komen, ja je gaat hier echt off the beaten path, heerlijk toch 😉 ? Hoe kun je er wel komen? Allereerst door middel van een excursie te boeken of in Khong Chiam een tuk-tuk-chauffeur aanspreken die jou door het park gidst. Dit zou zo’n 1.200 Baht moeten kosten.

To do’s

• Geniet van het uitzicht bij de Pha Taem-klif en bekijk daar verder 3.000 jaar oude rotsschilderingen, waaronder aliens met trapezium-hoofden. Ben je een vroege vogel en wil je de zonsopkomst zien? Dan is de Pha Chanadai-viewpoint aan te raden.
• Loop door de Pha Taem Na Tam forest en bekijk daar onder andere gouden Boeddha’s.
• Spot de nogal vreemde rotsen met een champion-achtige vorm. Deze rotsformaties staan bekend als Sao Chaliang.
• Cooling down nodig? Ga dan naar een van de watervallen: de Soie Sawan Waterfall, de Saeng Chan Waterfall en de Thung Na Muang Waterfall.

18. Phang Nga Bay National Park

Als nummertje achttien noem ik het Phang Nga Bay National Park. Deze plek is bekend van de beroemde foto’s waarop je reusachtige kalkstenen rotsen uit de zee ziet rijzen. In totaal bestaat het gebied uit meer dan 40 eilanden. De Phang Nga Bay, de bekendste plek van het nationale park, is zonder twijfel een van de mooiste baaien die je in Thailand (en Azië) vindt.

Om bij Phang Nga Bay National Park te komen, neem je vanuit het dorpje Phang Nga een songthaew naar Tha Dan. Vanuit Surat Thani en Khao Sok kun je met de bus naar Phang Nga reizen. Andere opties zijn om vanaf Phuket of vanuit Khao Lak op de boot te stappen.

To do’s

• Het nationale park leent zich uitermate goed om te gaan kajakken. Het is erg gaaf om door de grotten te peddelen. Ga wel vroeg in de ochtend, je bent dat het massatoerisme voor.
• Doe een tour door de mangrovebossen en langs de meest beeldschone rotsformaties die uit het water omhoogkomen.
• Ga vroeg in de ochtend naar James Bond Island, zo heb je deze magische spot volstrekt voor jezelf.
• Overnacht in het vissersdorpje Koh Panyee, wat aan een kant begrensd wordt door een imposante kalksteenrots.

Direct boeken

19. Mu Ko Surin National Park

En dan nu het ongelofelijke paradijs dat de naam Mu Ko Surin National Park draagt.

De Surin-archipel bestaat uit de vijf tropische eilandjes Koh Surin Nuea, Koh Surin Tai, Koh Ri, Koh Kai en Koh Klang, en is onderdeel van het grotere Mu Koh Surin National Park. Koh Surin Nuea en Koh Surin Tai zijn de belangrijkste eilanden van de groep.

Net als de reeds besproken Similan-eilanden kom je ook naar Surin om te snorkelen en/of te duiken. Plus om weg te dromen op bounty-stranden die je hart sneller doen kloppen. En om simpelweg even helemaal te connecten met de natuur. Zo kan je er op het strand in een tent pitten, wat een onwijs vette belevenis is.

Je kunt de Surin-eilanden bereiken vanuit Khao Lak en Khuraburi. Je reist met een speedboot en bent 1 uur tot 1,5 uur onderweg om op Koh Surin Nuea te komen.

Khuraburi ligt bijvoorbeeld op 1,5 uur rijden van het Khao Sok National Park en Khao Lak is in 2 uur te bereiken vanaf Phuket.

Let op, want net als de Similan-eilanden is het Mu Ko Surin National Park  jaarlijks van mei tot en met oktober gesloten.

To do’s

• Snorkelen in het heldere water rond de Surin-eilanden is echt iets wat je niet wilt missen. Je kunt zo vanaf het strand kopje ondergaan en de zeebodem afspeuren. Al raad ik je eveneens aan om een snorkeltrip te boeken en je met een vissersbootje bij de beste plekjes te laten droppen.
• Naast snorkelen kunnen ook duikers zich hier buitengewoon goed vermaken. Weet wel dat je zo’n trip vooraf dient te boeken in Khuraburi of Khao Lak, op de eilanden zelf is dit namelijk niet mogelijk. Een liveaboard, zoals bij de Similan-eilanden, is eveneens een optie om te overwegen wanneer je wilt duiken.
• Het hoogtepunt op Koh Surin Tai is het zogeheten Moken Village (‘Ao Bon Yai’), waar honderden zeenomaden op traditionele wijze hun leven leiden.
• Koh Surin Nuea is het eiland om te kamperen. Je wordt wakker met het geluid van de vogels en de zee en kunt direct het water induiken. Slapen in een bungalow met airco is ook een optie trouwens, mocht je net wat meer comfort zoeken.

Direct boeken

20. Mu Ko Lanta National Park

Last but not least: het Mu Koh Lanta National Park in de provincie Krabi.

En nee, ik doel hier niet zozeer op het kleine natuurpark op Koh Lanta zelf. Want heel eerlijk, da’s allemaal niet bijster boeiend wanneer ik dit met andere Thaise nationale parken vergelijk.

Waar ik liever de nadruk op leg is de naburige Koh Rok-archipel, die eveneens onder hetzelfde nationale park valt. Jeetje, wat een plaatje is dit zeg. Ik bedoel, kijk zelf maar naar de foto hierboven die ik er maakte.

Koh Rok bestaat uit twee piepkleine eilandjes: Koh Rok Nai en Koh Rok Nok. Je kunt er gemakkelijk komen vanaf bijvoorbeeld Koh Lanta (1 uur reistijd), de meeste reizigers kiezen voor een snorkeltrip zodat alles geregeld is.

To do’s

• Boek een snorkeltrip waarbij je behalve Koh Rok tevens Koh Haa bezoekt.
• Spot gigantische varanen op Koh Rok Nai. Ze scharrelen rond in de bossen.
• Ga op zoek naar de waterval op Koh Rok Nok.
• Op Koh Rok Nai kun je kamperen of slapen in een hut, beiden verzorgd door het nationale park.

Direct boeken

Nationale parken in Thailand: nog enkele tips

• Voor bijna ieder park zijn tours beschikbaar. Zo’n tour boek je op locatie of via een online platform als Get Your Guide.
• Wil je geen groepstour doen en zelfstandig de boel verkennen, reken dan op 150 baht (THB) tot 500 THB entree per nationale park. Zo nu en dan is een gids echter wel waardevol, zo kom je achter allerlei interessante weetjes.
• Overnachten in het nationale park in een tent of een (eenvoudige) kamer regel je ter plekke of via de website van het desbetreffende nationale park.
• Vervoer richting de nabijgelegen plaatsen boek je binnen een paar klikken via 12Go Asia.

Wat is jouw favoriete nationale park in Thailand?