20 dingen die me zijn opgevallen in China

Een reis door China is nergens mee te vergelijken. China voelt als een compleet andere wereld, met nogal wat dingen die heel anders gaan dan je gewend bent. Da’s een van de redenen waarom ik die kant ben opgegaan, omdat ik iets helemaal nieuws wilde ervaren.

Ikzelf heb een reis van 4 weken door dit reusachtige en bovenal boeiende land gemaakt, en deel in dit artikel negentien dingen die me zijn opgevallen. En dan heb ik het niet over het knabbelen aan varkenshersens of konijnenkoppen, qua eten wist ik namelijk al wel dat China een tikje out-of-the-box is.

Wat dan wel? Lees verder.

 

1. Betalen met cash en creditcard is amper mogelijk

Daar sta je dan…

Je hebt net een noodlesoepje op en verkeert nog in een halve zombiestaat van de vlucht die je zojuist achter de rug hebt. Bij de kassa kom je erachter dat afrekenen met je creditcard een lastig verhaal is. Zeg maar gerust onmogelijk.

En als je met je net gepinde briefjes yuan wappert blijkt het evenmin mogelijk om af te rekenen.

De eigenaar van de eettent wijst naar twee QR-codes en je denkt: huh?

Bij deze de uitleg…

In China betalen ze met twee apps: Alipay en WeChat. Je kunt beide aan je creditcard koppelen, en vervolgens scan je de QR-code van de desbetreffende zaak. Je ziet het bedrag in beeld verschijnen en geeft je goedkeuring. En hupsakee, betaling voltooid. Andersom kan ook: de winkeleigenaar scant jouw QR-code, waarna de betaling zich automatisch voltrekt.

Download een van deze apps en zorg dat je de boel in orde hebt gemaakt. Het is binnen 5 minuten geregeld, je kunt het derhalve ook in China fixen. Ikzelf dacht de eerste paar dagen wel met m’n creditcard te redden, al kon ik er amper ergens mee betalen.

Dokken met cash kan overigens vaker, al zie je het nauwelijks nog iemand doen. Je moet er bovendien rekening mee houden geen (of te weinig) wisselgeld terug te krijgen.

 

2. Bij de metro en trein is het dringen geblazen

Voor een Japanner moet de trein in China een regelrechte cultuurshock zijn

Ik herinner me de metro in Japan, waar de mensen als robots voor de deuren stonden te wachten, tot ze opengingen. Pas nadat iedereen uitgestapt was liep men een voor een naar binnen.

In China is het een, laat ik het netjes zeggen, ander verhaal…

Daar wordt helemaal niet beleefd gewacht tot iedereen uit het voertuig gestapt is. Een kaarsrechte rij kun je evengoed vergeten. Zodra de deuren opengaan knallen de mensen tegelijkertijd als verwarde honden naar binnen en naar buiten, dwars door elkaar. Het is dan soms vechten voor je plekje geblazen. Ik heb zoiets eerlijk gezegd nooit eerder gezien. Maar zoals voor nagenoeg alles in het leven: ook dit went.

Iets positiefs over het ov in China: treinen en metro’s vertrekken altijd op tijd. Ik heb nooit vertragingen gehad.

 

3. Rochelen en spugen gebeurt overal

Dit heb je waarschijnlijk al vaker gelezen, en ik wist het van tevoren ook al wel. Desondanks blijft het opmerkelijk wanneer er in een restaurant, de trein of buiten op straat iemand flink aan het rochelen is en z’n slijmerige drab vervolgens op de grond tuft. Ronduit ranzig.

Een man maakte het wel heel erg bont. Het was in de trein van Pingyao naar Xi’an, en hij zat precies op de stoel achter me. Hij was aan het rochelen en hoesten (nee, geen onschuldig gekuch), haast alsof hij op het punt stond de pijp uit te gaan. Ik heb de geluidsopname, mocht je die willen. Zonder enige gêne ging meneer voortdurend tekeer, wat zelfs tot afkeurende blikken van andere Chinezen leidde. En die zijn qua rochelen en spugen heel wat gewend, dus dat zegt voldoende. Subtiele hints van mijn kant om een beetje te dimmen hadden geen enkele zin.

Overigens heb ik het in restaurants niet meegemaakt hoor, spugende mensen. Rochelen genoeg daarentegen. Een Nederlander in m’n hotel in Beijing vertelde dat ‘ie 10 jaar eerder wel zulke ranzige shit meemaakte. Ben je lekker aan het eten, tuft er naast je plots iemand z’n los gerochelde slijmbrokjes uit de krochten van zijn keel op de vloer. Lekker dan.

 

4. De ‘bum-gun’ is er niet

Yep, wc’s als deze inclusief douche kom je (helaas) ook tegen

Als ik iets fijn vind aan de Aziatische plees is het wel dat kleine waterpistooltje wat naast de pot hangt. Onder ons backpackers bekend onder de liefkozende naam ‘bum-gun’.

In begin zal het effe wennen zijn, daarna is het een van je eerste levensbehoeftes. Geloof me. Geen wc-papier meer nodig en lekker schoon bovendien. Bijkomende voordelen: nooit een schrale anus en geen papierverspilling. En voor de hoteleigenaar: geen verstopte strontleidingen.

Maar helaas…

Het eerste wat me opviel in de Chinese toiletten is het ontbreken van deze oh zo geliefde anus-sproeier. Zal wel aan het hotel liggen, zo dacht ik.

Nope.

Nergens heb ik de bum-gun gezien. Ik blij dat ik momenteel weer in Thailand zit 😀 .

 

5. Sommige huizen hebben geen wc’s

Openbare toiletten zijn volop aanwezig in de hutongs van Beijing (en da’s nodig ook!)

Voortbordurend op de toiletten in China: sommige huizen hebben er geeneens een!

Ik heb het meegemaakt in de hutongs van Beijing, de nostalgische wijken met kleine donkergrijze huisjes. De mensen die hierin wonen kunnen ’s ochtends na het opstaan niet even hun dagelijkse wakker-word-momentje pakken, in alle rust.

Niet in hun eigen huisje tenminste, ze moeten naar een openbaar toilet lopen om daar hun behoefte te doen. Net zoals bij ons op de camping, met een rolletje wc-papier in de hand, want die is in de openbare wc niet aanwezig.

 

6. Het Westerse beeld is vertekenend

Het beeld wat wij in het Westen van China hebben is toch een beetje een controlemaatschappij, een waar de burger weinig vrijheden kent. Op iedere hoek van de straat hangt een camera, er zou een gevreesd social-creditsysteem uitgerold zijn en politieke uitlatingen zouden uit den boze zijn.

Nu ik in China ben geweest kan ik zeggen dat de praktijk volstrekt anders is. Ik heb met talrijke Chinezen gesproken die juist aangeven te kunnen doen en laten wat ze willen en zich op geen enkele manier beperkt voelen. Je hebt er alle ruimte om jezelf te ontplooien. Ook is het social-creditsysteem niet aan de orde.

En ja, die camera’s hangen inderdaad overal. Da’s nou eenmaal deel van de samenleving en vooral om de veiligheid te waarborgen. Het bangmakende Big Brother is watching you-verhaal uit het Westen is in ieder geval zwaar overtrokken.

Reizen opent in die zin echt je ogen, en laat je zien dat we met nogal wat propaganda te maken hebben in de wereld.

 

7. Het verkeer is grotendeels elektrisch

Benzinemotoren en dampende dieseltrucks? Niet in China!

Een van de dingen die ik voor m’n reis las is dat China een smerig land is met een dramatische luchtkwaliteit. Zo zou Beijing een vieze smogstad zijn, die je zo snel mogelijk met gierende banden wilt verlaten.

Bij aankomst in Beijing kreeg ik niettemin een totaal andere indruk. Ik zag nauwelijks benzineauto’s rijden, het overgrote deel van het verkeer was elektrisch. Zelfs de meest aftandse bestelwagentjes die al 50 jaar oud leken hadden geen uitlaat. Iets wat ik eveneens op andere bestemmingen opmerkte.

Gemotoriseerde wagens waren voornamelijk slagschepen van Europese komaf, BMW, Audi of Mercedes. Auto’s van Europese komaf waar een zeker type Chinees maar al te graag mee pronkt.

Rokende fabrieken heb ik ook nergens gezien trouwens.

En tuurlijk, die zullen er vast zijn.

Maar China een vies land noemen? In mijn beleving volkomen nonsens. Ik heb het juist als schoon ervaren. Op de spuugjes op de straat, pissende kleuters en de sigarettenlucht (zie verder) na dan 😉 .

 

8. Een nachtje staand doorbrengen in de trein is niet uitzonderlijk

In sommige treinen heb je de keuze uit een bed, stoel of staanplaats. Voor eventjes is staan geen ramp natuurlijk, maar wat dacht je van 12 uur lang in een trein die ’s avonds laat vertrekt? In de praktijk betekent dit vaak: zitten in het gangpad of ergens bij de toiletten. Dan kom je gegarandeerd volslagen verrot aan op je bestemming.

Check daarom goed wat je precies boekt. En als die urenlange treinreis die je op ’t oog hebt uitverkocht is en je enkel een staanplaats kunt boeken, ga dan lekker voor de volgende trein.

Hetzelfde geldt trouwens voor een stoel: 10 uur zitten is geen feestje. En ’s nachts al helemaal niet.

Overigens heb ik zelf grotendeels met de bullet-train gereisd. Die is pijlsnel en daarin heb je geen staanplaatsen. Enkel tweede, eerste en business-klasse.

 

9. Overal die smerige sigarettenlucht

Ik denk zelfs als je een fervent roker bent dat je er op enige moment gek van wordt: die chemische sigarettenlucht die altijd wel ergens je neus komt binnengeslopen.

Op stations, buiten op straat, het toilet en ja, in je hotelkamer. De koppijn bezorgende geur is nooit ver weg in China. Het zijn met name de mannen die overal en nergens een peuk opsteken.

Ook al is je hotelkamer volgens de lettertjes rookvrij, ga er maar niet vanuit dat het daadwerkelijk zo is. Ik ben echt in de meest smerig ruikende hokken beland. De lobby’s van hotels horen eveneens bij de favorieten van de rokende Chinees. Gelukkig wordt er in de hostelkamers niet gepaft, voor zover ik weet dan…

 

10. Kinderen die op straat plassen

Het zal wel een uitzondering zijn, zeg ik tegen mezelf wanneer ik vanuit de bus een meisje haar broek zie laten zaken, om daarna in hurkhouding haar urine op de stoep te laten druppelen.

Mooi niet!

Ik heb het tijdens m’n rondreis door China nog een keer of vijf meegemaakt, dat jonge kinderen zonder pardon hun plasje op straat doen. Vaak met hun ouders ernaast, die dit bijzondere toiletbezoekje de normaalste zaak van de wereld lijken te vinden.

En niet alleen buiten de stad, mocht je dat denken. Ook in bijvoorbeeld Xingping nabij Guilin, net toen ik de eerste hap van m’n bord gebakken rijst nam. Een jongen en meisje tegelijk. De lekkere trek die ik kort daarvoor had was in een klap verdwenen.

 

11. Authentieke plekjes zijn erg commercieel geworden

Jinli Ancient Town: het perfecte voorbeeld van wat ik bedoel

Old towns, het wemelt ervan in China.

Wanneer je de prachtige plaatjes voorbij ziet komen krijg je al gauw de indruk dat ze nog lekker authentiek zijn. De realiteit is meestal echter dat men de dorpen heeft omgetoverd tot plek waar het vooral om een ding draait: geld verdienen. Ketens als Starbucks en McDonald’s hebben er in sommige gevallen zelfs een plekje weten te veroveren.

Souvenirwinkels, restaurants met figuren die je naar binnen proberen te praten, vertier, attracties waarvoor je moet betalen, verkopers van prullaria; het commerciële gehalte is aan de hoge kant. Toen ik tijdens Labor Day in Pingyao was had ik precies zo’n gevoel (gelukkig was het na deze vakantieperiode beter). Ook de oude straat van Chengdu (Jinli) heeft z’n ziel verkocht.

Het is voor mij de reden waarom ik een stadje zoals Lijiang heb geskipt. In eerste instantie las ik er mooie dingen over, tot ik op Reddit belandde en het door meerdere mensen als een verkapt pretpark beschreven werd die je het gevoel geeft in Disneyland te lopen, waardoor het echte nostalgische gevoel verloren is gegaan.

 

12. Leveren gaat in vogelvlucht

China is op talloze gebieden vooruitstrevend, een voorbeeldje daarvan is online shoppen.

Ik had net een nieuwe telefoon gekocht in Kuala Lumpur en zocht een hoesje. Vervolgens ben ik in Beijing op zoek gegaan naar een of andere goedkope shop, die vond ik gek genoeg nergens. Telkens verwezen ze me door naar de Apple Store, waar een simpel hoesje voor je tel een lachwekkend prijskaartje heeft.

Toen heeft een hotelmedewerker me geholpen. Ze gaf aan dat er een app is met van alles en nog wat te koop. En ongelofelijk maar waar: binnen een half uur geleverd!

En zo ontving ik een half uur later voor luttele euro’s mijn nieuwe telefoonhoesje.

 

13. Chinezen maken graag een praatje met je

Of willen voor je poseren 😀

Chinezen onaardige lui?

Zo heb ik het allerminst ervaren.

Vaak zat heb ik gehad dat ik aangesproken werd, bijvoorbeeld hoe ik China vond en wat m’n reisplannen waren. Zoals in Xi’an in een park, waar een jonge vader en z’n twee kids me de hemd van het lijf vroegen (:D ) en me daarna mee uit-eten namen.

Of gewoon spontaan een oude man die opeens glimlachend “Welcome to China” zei nadat ik het metrostation in Nanning uitliep.

Of die ene keer in de trein van Taiyuan naar Pingyao toen ik twee pakjes gedroogd vlees van een vriendengroep kreeg. Was trouwens erg lekker, ondanks dat ik er naderhand achterkwam eendennek op te hebben. Ik dacht al: wat ’n taai stukkie!

En in Beijing leerde ik Silver kennen, een local die tevens een poos in Berlijn gewoond had. Ze leidde me rond, bracht me bij coole eetplekken en heeft me de gehele reis met van alles en nog wat geholpen. Bijvoorbeeld die ene keer in Pingyao, toen het me niet lukte om per app te betalen in de bus, en ik de chauffeur met geen mogelijkheid kon uitleggen wat er loos was. Meneer was sowieso al bloedje chagrijnig en leek geen trek te hebben in ook maar het kleinste gesprek. Niet dat dit überhaupt een optie was, we spraken elkaars taal immers niet. Godzijdank hielp een passagier me uit de brand, nadat Silver haar via de telefoon de situatie uitlegde.

Weet je wat het is, de taalbarrière maakt het allemaal nogal gecompliceerd. Chinezen spreken doorgaans belabberd of geen Engels, en voelen zich niet zelden onzeker over hun spraakkunsten. Ik heb bijvoorbeeld evengoed mensen half weg zien rennen toen ik ze wat vroeg, maar zeker niet uit onbeleefdheid.

Het tegenovergestelde gebeurde evengoed: mensen die bij me bleven lopen, gewoon omdat ze het lachen vonden rond een blonde Westerling te hangen denk ik.

In mijn ervaring zijn Chinezen ontzettend enthousiast, benieuwd en nieuwsgierig naar wat je in hun land komt doen.

 

14. Gemak staat voorop

Onderweg naar Xiangong Hill had ik de natuurlijk compleet voor mezelf

Waarom lopen als er een kabelbaan is?

Op veel plekken zie je dat men het de bezoeker zo simpel mogelijk wil maken. Elektrische wagentjes die je door de old towns zoeven, gondels die je een zware wandeltocht besparen of golfkarretjes die je zowat naar de top van een berg rijden.

Chinezen zijn er dol op en zullen zulke opties niet snel afslaan. Wat het verder mag kosten boeit een de gemiddelde Chinees niet bijster veel.

Voordeel voor jou: tijdens een hike kom je op de weg naar boven betrekkelijk weinig mensen tegen. Ik heb het ondervonden op Mount Qingcheng en Xiangong Hill. Bij de laatstgenoemde plek ben ik zelfs geen enkele wandelaar tegengekomen. Alleen bovenop de berg dus, vlak voor de laatste te nemen horde, waar de mensen per golfkar worden gedropt.

 

15. Op Trip.com wordt de boel mooier voorgesteld dan in werkelijkheid

De mooiste plek waar ik geslapen heb (in Xingping)

Trip.com is hét platform in China om je slaapplek te boeken.

En ik weet niet wat voor topfotografen ze in China hebben hoor, maar de foto’s die je daar langs ziet komen zijn van dermate gelikte kwaliteit dat je nauwelijks niet op die boek-knop kunt klikken.

Da’s eveneens het geval voor de reviews: de negen-plus-ratings vliegen je om de oren, en zijn eerder regel dan uitzondering. Op een of andere manier lijkt het of de Chinezen bijna niets negatiefs durven te zeggen of zo.

Hoe het ook zij, in werkelijkheid is de kamer die er op de foto zo schitterend uitzag veelal een verouderd hok en kloppen de recensies van voorgangers simpelweg niet. De kamer is gehorig als de neten, meurt naar sigaretten of er zitten discutabele vlekken op het bedovertrek. Die 9,5 op Trip.com voelt eerder aan als een schamele 6, ben dus voorbereid!

Mijn ervaring: de reviews op Agoda en Booking.com zijn gemiddeld genomen realistischer, al worden deze platforms in China minder gebruikt. Daar is een 9 normaliter ook echt een 9. In elk geval geen 5 of zo.

 

16. Chinezen hebben een andere definitie van lawaai

Eh, kan je alsjeblieft je harses houden?

Keihard praten in de hotelkamers, een telefoontje plegen in de trein waar iedereen van meegeniet, kabaal maken in de dorm, krijsende kinderen die geen halt worden toegeroepen, iemand die voor een winkel met een luidspreker voor een oorverdovend volume zorgt, ’s avonds laat door de straten schreeuwen… De lijst houdt niet op.

Harde geluiden, Chinezen hebben er ogenschijnlijk geen last van. Barrières zijn er niet. Ergernissen evenmin. Doe mij ook een beetje van dat alsjeblieft 🙂 .

 

17. Bij betreden van een station word je van top tot teen gecheckt

Zo gaat dat dus

Je kent het vast wel…

Aangekomen op het vliegveld moet je je half uitkleden om langs de poortjes te kunnen komen. Voor de zekerheid word je erna door een individu met een scanapparaat doorgelicht en daarna mag je verder. En verderop is het wederom raak. Oh ja, een flesje water is gevaarlijk, dat moet je wegflikkeren.

Niemand is hier een fan van denk ik, toch zal je eraan moeten wennen in China. Bij ieder station (metro en trein) moet je namelijk door de scan, inclusief betasting die in Nederland tegenwoordig als seksueel overschrijdend bestempeld zou worden. Al hoef je godzijdank niet je riem en schoenen uit te doen. Heb je iets van een flesje in je handen of tas, dan scannen ze die ook nog eventjes.

Ach ja, probeer het positief te zien, als teken van veiligheid.

 

18. Treinstations (en vliegvelden) liggen soms mijlenver van het centrum

De bullet-train is een aanrader om in korte tijd veel kilometers af te leggen – je komt echter niet in het centrum aan

Normaliter spring je ergens op de trein en kom je in of rond het centrum uit. Sorry, maar in China is het andere koek. Althans, indien je de hogesnelheidstrein a.k.a. de bullet-train neemt.

De treinstations daarvan liggen veelal een heel eind van het stadscentrum verwijderd, meestal zal je nog een half uur of iets in die trant met de metro moeten reizen. Niet heel shocking verder, maar wel goed om te weten.

Van plan om te vliegen binnen China? Check dan goed op welk vliegveld je vliegt. Sommige steden hebben er namelijk twee, waarvan er een gerust 50 of 60 kilometer van het centrum kan liggen. Twee voorbeelden zijn Daxing International Airport (Beijing) en Shuangliu International Airport (Chengdu).

Ik kwam aan op datzelfde Daxing en moest erna nog een dikke 1,5 uur karren om bij m’n accommodatie te komen. Na de slopende reis (ik was de hele nacht op het vliegveld geweest) er eindelijk op te hebben zitten, kon ik derhalve onmiddellijk weer op pad.

Gelukkig hebben een hoop airports express-treinen die je in rap tempo naar de stad brengen (of de andere richting uit naar het vliegveld). In Nanning, mijn laatste bestemming, lag de luchthaven ook circa 40 kilometer van het centrum. Met de trein was ik er echter al in 20 minuten.

 

19. Bord leegeten? Dacht het niet!

Als je het niet erg vindt eet ik dit lekker helemaal op

Het was op een middag in een restaurant in Beijing waar ik met de al genoemde Silver de keuken van Beijing aan het ontdekken was. De groep aan de tafel naast ons stond net op om te vertrekken.

Ik liet mijn blik over hun tafel gaan en zag volop eten staan. Borden vol groenten, sauzen en stukjes vlees. “Bizar hoeveel eten er wordt weggegooid toch?” zei ik tegen Silver.

Zij vertelde me echter dat dit in China iets heel normaals is. Eet je heel je bord leeg, dan geef je de indirecte boodschap niet genoeg te hebben gehad.

Zo zie je maar weer, de vork kan heel anders in de steel zitten dan je denkt.

Enne, voel jezelf niet schuldig wanneer je wél alles opeet. Is helemaal prima.

 

20. Ik was overal een bezienswaardigheid

Deze is ietsje persoonlijk en gaat misschien niet op voor jou, maar hij is wel leuk om met je te delen.

Overal, serieus overal, trok ik volop bekijks. Af en toe met de mond open. Af en toe met wat meer tact.

Het mooiste vond ik nog het gedrag van kinderen. Nadat ze mij zagen renden ze terug naar hun ouders om te vertellen iets wel heel speciaals gezien te hebben. Vervolgens wezen ze naar me, zo schattig hè. Ik reageerde door lachend terug te wijzen. Hoevaak ik dit heb gehad is niet op twee handen te tellen.

Je moet je voorstellen, loop je net de oude stad van Pingyao uit en er gaat een auto langzamer rijden. Het raampje zakt en er wordt stiekempjes een foto gemaakt. Van mij dus! Ik liet doorschemeren hem in de smiezen te hebben en kon niet anders dan lachen. Toen kwamen ze in de auto ook niet meer bij.

Mocht je als man een gebrek aan zelfvertrouwen ervaren of je ego gestreeld willen hebben: zorg voor blond haar en laat het langer groeien dan gemiddeld. Enige lengte, laat ik zeggen 185 centimeter en langer, helpt ook mee. Waak wel voor sterallures. Vrees je voor overprikkeling? Hm, dan zit je in China sowieso verkeerd als je ’t mij vraagt.

Ook grappig: iemand kijkt naar je, en wanneer je terugkijkt draait degene gauw weg. Daarna herhaalt het riedeltje zich.

 

Laat me in de comments weten wat jou opgevallen is in China 🙂

Avatar foto
Over de auteur

Backpacker in hart en nieren. Altijd op zoek naar avontuur. Auteur van diverse succesvolle reisgidsen, waaronder 'Backpackgids Azië', 'Backpackgids Australië' en 'Backpackgids Zuid-Amerika'.

Laat een reactie achter

Over mij

Ik, Robbert, heb begin 2014 alles opgezegd om van reizen mijn leven te maken. Mijn doel is om andere backpackers te ondersteunen en te inspireren met de ervaringen die ik opdoe. Ga jij binnenkort ook op avontuur?

Lees hier mijn persoonlijke verhaal.

Coaching

Zit jij met vragen? Voel je je ergens onzeker over? Kan jij simpelweg wel wat persoonlijke hulp gebruiken met betrekking tot je reis?

Laat mij je dan 1-op-1 coachen, en ga die reis maken waar je van droomt.

Vertel me meer

Mijn reisgidsen

Al jarenlang schrijf ik avontuurlijke backpackgidsen om backpackers te inspireren en te helpen.

En sinds kort heb ik verschillende bundelaanbiedingen beschikbaar, waardoor je gebruik kunt maken van extreem hoge kortingen.

Vertel me meer

Koop je liever een losse gids? Klik dan op een van de banners hieronder:

Banner-Backpackgids-Azie

Banner-Backpackgids-Indonesië

Banner-Backpackgids-Bali

Banner-Backpackgids-Filipijnen

Banner-Backpackgids-Australie-nieuw