Er viel me iets op.
Speurend naar een vlucht richting Beijing in een koffiezaakje in George Town (Penang) bleek het volgende: een enkele vlucht van Kuala Lumpur naar Beijing kostte vreemd genoeg beduidend meer dan twee vluchten vanaf Penang. Van die twee vluchten vanaf Penang was er een dezelfde, die vanuit Kuala Lumpur naar Beijing. Het zag er zo uit:
- Optie 1: Kuala Lumpur naar Beijing met Malaysia Airlines.
- Optie 2: Penang naar Kuala Lumpur en daarna van Kuala Lumpur naar Beijing met diezelfde Malaysian Airlines-vlucht.
Optie 2 was zo’n 30% goedkoper en je krijgt daar zelfs twee vluchten voor terug, daaronder dus die uit optie 1. Bijzonder!
Het eerste wat er in me opkwam was: deze travel hack moet ik onthouden.
Een kleine week later
Na via Penang naar Langkawi te zijn geweest, ben ik naderhand teruggevlogen naar Kuala Lumpur, de bruisende hoofdstad van Maleisië. De stad die met vaak bevalt maar soms ook volstrekt leegzuigt.
China ging al een tijdje door mijn hoofd om als volgende bestemming te kiezen. Een sprong in het diepe, want ik was er nog nooit geweest en er zitten de nodige haken en ogen aan zo’n reis. Laat ik het anders zeggen: het is niet de meest comfortabele keuze om te maken.
Zoals wel vaker liet ik het tot het laatste moment aankomen, en hakte ik de knoop door. Ik besloot dat het China en om precies te zijn Beijing ging worden. De bakermat van de Pekingeend. En de stad waarvandaan je de Chinese muur kunt bezoeken. En waar het mooie liedje Nine Million Bicycles van Katie Melua over gaat. En vast nog veel meer.
Ik opende de Trip.com-app en checkte de prijzen van Kuala Lumpur naar Beijing. Zou die goedkopere optie vanaf Penang er nog zijn? Yep, dat was zo.
En dus besliste ik om die te boeken. Ik bedoel, waarom zou ik 30% meer neertellen voor een ticket als het niet nodig is. Dat ik dan de vlucht van Penang naar Kuala Lumpur niet zou nemen (ik was immers al in Kuala Lumpur), zou verder niet boeien. Toch?
Alsof de app mijn mijn gedachten kon lezen, verscheen de volgende melding op mijn vingervette beeldscherm: “Het is niet toegestaan om een van de twee vluchten niet te nemen. De luchtvaartmaatschappij mag je weigeren in te laten stappen of je extra kosten in rekening brengen.”
In plaats van gerust naar mijn reis vooruit te kijken, daalde er een veld van lichte spanning op me neer. Naja, het zou wel loslopen.
(Je voelt denk ik al aan waar dit naartoe gaat?)
Drie uur in plaats van één
Een dag later pakte ik de bus vanuit Chinatown naar het vliegveld. Een rit die ik inmiddels wel kon dromen. Luguber detail tijdens de wandeling naar het busstation: een gele winkelmand gevuld met drie afgehakte en met bloed besmeurde koeienhoofden, die open en bloot voor een Indiase winkel stond. Tamelijk heftig moet ik je zeggen. Met opengevallen mond staarde ik ernaar, mensen om me heen leken niet te begrijpen waarom ik dit zo speciaal vond.
De bus zou overigens om zes uur ’s avonds vertrekken, maar dat werd uiteindelijk zeven uur. Op zich geen probleem, aangezien m’n vlucht toch pas rond de klok van twaalf gepland stond. Ik dacht: ik ga lekker op tijd naar de luchthaven, dan chill ik ‘m daar wel in de skylounge (die ik via de Trip.com-app gratis kon boeken).
Voor jouw info: de bus rijdt eerst naar terminal 2, om vervolgens door te rijden naar terminal 1. Dit ritje duurt normaliter ongeveer vijf minuten. Ik moest op terminal 1 zijn.
Eenmaal bij terminal 2 stapten de overige mensen uit en stak de chauffeur buiten een peuk op. Tien minuten later kwam hij terug en blies een flinke lading rook de bus in, die vervolgens kringelend door het voertuig zweefde. Hij deelde mede niet meer naar terminal 1 te gaan. Met als (drog)reden dat we al laat waren en hij de omgekeerde weg naar het centrum zo moest afleggen. Op zich nogal apart, aangezien dit niet de normale gang van zaken is. Maar omdat er een shuttlebus als alternatief werd aangeboden, vond ik het prima.
Lang verhaal kort: die deed er vervolgens veertig minuten over. Dat had meneer wel even mogen zeggen, wat als ik veel minder tijd zou hebben gehad om m’n vlucht te halen? Goed, gelukkig had ik voldoende speling en was het niet zo’n punt. Alleen arriveerde ik in plaats van 7 uur pas om 9 uur op het vliegveld, inclusief een handjevol irritaties.
De laatste horde?
Vooraleer ik op de bus stapte dacht ik nog: ik meld me eventjes bij de incheckbalie om de situatie van mijn boeking uit te leggen, en dat ik de vlucht vanaf Penang naar Kuala Lumpur dus niet ging pakken. Leek me wel zo verstandig.
Ik had overigens al online ingecheckt, en mijn instapkaart reeds ontvangen.
Niettemin besloot ik anders, omdat de busreis zoveel langer duurde dan gepland. Een aangezien ik m’n instapkaart al had geregeld, had ik zoiets van: laat maar zitten. Mocht ik niet langs de poortjes komen, dan kon ik altijd nog m’n gezicht laten zien bij de incheckbalie.
(Even tussendoor: mijn backpack is klein en kan steevast mee als handbagage, en dus hoef ik nooit naar de incheckbalie.)
Het meest spannende moment tot dusver was aangebroken: ik stond voor het poortje om mijn instapkaart te scannen. Zou ik een groen vinkje krijgen of een genadeloos rood kruis?
Het piepje van de scanner klonk en het groene vinkje verscheen. Ik slaakte een zucht van verlichting en zette mijn weg voort naar de skylounge. Die ligt echter in het C-gedeelte van terminal 1, en daar loop je niet zomaar effe heen. Je moet er zelfs een bus voor nemen. Gelukkig was mijn gate eveneens daarzo, dus ik moest die bus sowieso hebben.
Er stond een vrij lange rij. Al het oponthoud plus het feit dat ik nog de nodige dingen moest fixen (onder andere een nieuwe iPhone installeren die ik deze dag gekocht had), zorgden ervoor dat het ergernisniveau bij mij begon toe te nemen.
(Voel je hem al?)
Chillen als een koning
Alweer twintig minuten later was ik er dan eindelijk: de skylounge.
Mijn verwachting: een fijne ruimte om relaxed te kunnen zitten. De werkelijkheid: een onbeperkt buffet, koffiemachines (met bonen), een wijnbar en zelfs douches. Allemaal zonder bijbetaling. Jeetje, wat een ongekende luxe. En wat cool dat ik dit gratis kon boeken in de Trip-app. Tegenover alle zuchten vandaag dan eindelijk een meevaller.
Ik plofte neer op een comfortabele stoel en begon met m’n iPhone-installatie. Intussen gaf de klok half tien aan, en had ik nog een dik uur vooraleer ik naar gate C36 zou lopen. Prima dus.
Koffietje erbij, rijst met curry, fruit, brioches, vers guavesap en meer lekkers. Nog even lekker een douche pakken en ik was er helemaal klaar voor.
Deze lounge leek bijna te mooi om waar te zijn. Ik voelde me ook een beetje een vreemde eend tussen al die luxepaardjes.
Gezeik, gezeik en nog eens gezeik
Het overzetten van de data van de ene naar de andere telefoon verliep helaas niet vlekkeloos. Een paar dagen eerder was ik erachter gekomen dat ik plotseling mijn Nederlandse nummer kwijt was. Zonder enige melding trouwens. Voor bepaalde apps, zoals die van Google, heb je je nummer nodig om te verifiëren dat jij het bent. Naja, dit hoofdpijndossier liet ik er voor nu maar even bij zitten dan.
Om kwart voor elf liep ik opgefrist naar de gate. Met een lach op m’n gezicht stapte ik vermoeid ogende mensen tegemoet.
Bij de gate stond een rij voor de bagage-check, en ik sloot achteraan. Geen Westerling te bekennen, enkel Chinezen. Al had ik dat wel verwacht. China is geen Thailand, Bali of Filipijnen.
Hupsakee, mijn tas door de scanner en daarna m’n instapkaart en paspoort tonen om in te stappen. De laatste loodjes protocollen doorstaan. De vrouwelijke medewerker vroeg aan me of ik water of iets dergelijks in m’n tas had en beval me hem open te ritsen. De haarlak van 150 milliliter was de boosdoener, en werd zonder pardon in de prullenbak gemieterd. Zijn nou eenmaal de regels, behalve een lichte frons deed ik daarom niks.
Daarna ging ik verder en was het tijd om m’n instapkaart te scannen. Telefoon voor het rode lichtje houden en klaar is Kees. Nou, niet dus. Ditmaal kreeg ik geen groen vinkje. Er stond dat er een probleem was.
Oh mijn god, dit ga je niet menen hè?
Ik moest me bij de balie rechts van het poortje melden, en nadat ze daar m’n instapkaart scanden was de error in hun ogen te lezen. Ze wisten niet wat er aan de hand was. Ik wel, het feit dat ik de vlucht Penang – Kuala Lumpur niet genomen had, was waarschijnlijk problematisch.
Het meisje wat me hielp belde gestresst naar diverse collega’s. Uiteindelijk kreeg ze weet van mijn situatie, en voelde ik aan m’n water dat een oplossing verder weg dan ooit leek.
Aan de andere kant dacht ik: hoe moeilijk kan het zijn? Ik heb deze vlucht immers betaald, en bovendien heb ik m’n instapkaart al. De instapkaart die ik notabene reeds gescand had en een groen vinkje gaf.
De blik in haar ogen straalde iets droevigs uit, bijna hopeloos. Ik kon al raden wat voor een soort vervelende zin zou volgen. Ze begon: “Omdat je de vlucht vanaf Penang hebt laten schieten, is de hele boeking automatisch gecanceld in het systeem. Je kunt daarom niet aan boord komen.”
En de tik die daarbovenop kwam: of ik eventjes een nieuw ticket wilde boeken.
Zucht. Zucht. Zucht.
Hoorde ik dit nou goed?
Ik reageerde: “Ja maar ik heb mijn instapkaart hier in m’n klauwen, en het poortje eerder liet me een groen vinkje zien. HOE had ik moeten weten dat er iets niet goed zat?”
Na nogmaals diep te zuchten en nee te schudden: “No way dat ik een nieuw ticket ga kopen, ik heb al genoeg betaald.”
Daar leek ze compassie voor me te krijgen en kwam een vleugje hoop bij me terug.
Ondertussen waren er twee collega’s van d’r naar de balie gesneld om deze noodsituatie op te kunnen lossen. Ze belde haar supervisor. De boodschap was eenduidig en hetzelfde als minuten eerder: het systeem kon dit niet meer ongedaan maken, en ik kon fluiten naar het boarden.
Ze draaide zich om en wierp een blik op een van haar collega’s, een compassievolle blik van: zullen we deze jongen er alsnog inlaten? Helaas bleek ook deze poging tevergeefs.
Toen ze kort daarna met iemand aan de telefoon hing en het woord ‘cappuccino’ viel, wist ik dat boarden verder weg dan ooit was. Blijkbaar was haar pauzedrankje belangrijker dan een klant in nood uit de brand helpen?
De tijd tikte weg, nog precies tien minuten voor de Airbus-kist zou opstijgen. Ik wist diep van binnen dat dit een onmogelijke missie ging worden. Zelfs al zou alles nu in orde zijn, zou ik nooit meer aan boord kunnen komen. Toch bleef ik erin geloven, zal de adrenaline wel zijn geweest.
Om mijn laatste kans te redden, koos ik ervoor om me kwetsbaar op te stellen en m’n foute boeking toe te geven. Overigens niet door kostenbesparing als reden op te werpen (leek me niet zo slim), maar het feit dat Penang nog als automatisch ingevoerde vertrekdatum stond (ik was daar immers net geweest), en ik dit niet goed had gecheckt.
Maar het was al te laat. Wederom werd het systeem als breekpunt aangevoerd.
Kunnen we dan verdomme niets doen buiten dat fucking systeem? Ik heb mijn instapkaart toch?! En dat groene vinkje eerder dan?!
Kut bureaucratie.
Een krijsende baby die niet gehoord wordt, da’s een beetje hoe ik me voelde.
En toen?
Toen is een van de medewerkers genaamd Radzeef met me meegelopen naar de zogeheten transferdesk, om het verhaal aan de mensen aldaar te vertellen. Hij beloofde me min of meer dat alles goed ging komen en ze me sowieso op de volgende vlucht zouden zetten.
Op vragen als “Reis je alleen?”, “Wat vind je van KL?” en “Wanneer ga je terug naar Nederland?” zat ik nu niet te wachten. Dat Radzeef ze toch aan me stelde, zag ik als (alweer) een beproeving om kalm te blijven. Hij wilde me natuurlijk alleen maar even wat luchtigheid bieden, om het spanningsniveau terug te brengen naar handelbare levels.
De strenge blik van de man achter de desk maakte me alleen maar geïrriteerder. Zijn pupillen stonden hoog en ik zag haast alleen maar oogwit. Hij luisterde mijn verhaal aan, en al gauw volgde enigszins goed nieuws: ik kreeg een refund en de eerstvolgende vlucht kon ik zelf boeken.
Die refund was plotseling toch niet zo zeker. Mijn limiet van tegenvallers had ik wel bereikt, nog één slecht bericht en ik zou als een dolle stier ontploffen.
Het kwam erop neer dat ik Malaysian Airlines moest contacteren om mijn case voor te leggen. Of die refund er dan komt is aan hen.
De puf ontbrak om nog iets in te brengen, ik had het helemaal gehad. Het woordje ‘systeem’ kwam me echt de keel uit.
Daarna ben ik in doorgerotte staat bij de Burger King gaan zitten om mijn nog rottere (oude) iPhone op te laden en het eerstvolgende ticket naar Beijing te scoren. Het was inmiddels na enen. Ik wist dat er rond vier uur diezelfde nacht een vlucht zou gaan, en die kon ik nog boeken.
Online inchecken lukte echter niet. Maar hey, ik ga echt niet heel die verrekte trektocht terug naar de incheckbalie maken hè? Dan moet ik weer in tig rijen aansluiten en zelfs opnieuw door de immigratie om Maleisië binnen te komen. Trek daar maar tenminste een uur voor uit.
Nee, gewoon nee.
Godzijdank kwam daar dan een keertje goed nieuws. Ik kon het inchecken bij de gate regelen, op voorwaarde dat ik er een uur van tevoren zou zijn. Ik deed een dubbele check om straks niet weer in de problemen te komen. De medewerker verzekerde me een goede afloop, voor wat het waard was.
Ik had nog zowat drie uur voor de boeg en daarmee zat tijd.
Even stoom afblazen en onderuitgezakt in een stoel bellen met m’n moeder. Er hing een spanningsveld van jewelste om me heen, zelfs voorbijgangers leken het te voelen.
Nadien ben ik naar de gate gewandeld. Of naja, gestrompeld. Als een verslagen joch.
Nog meer spanning
Na eerst bij de verkeerde gate gewacht te hebben, zat ik uiteindelijk goed. De rij voor de bagage-check was niettemin immens. Zou ik hierop moeten wachten en dan nog mijn hele verhaal moeten uitleggen om ter plekke te kunnen inchecken, kon het wel eens te laat zijn. De genadeklap.
Gelukkig mocht ik voor en kon zodoende meteen naar de balie. Daar zat een man die zo boos keek dat ik er moeite voor moest doen om zelf niet boos te worden. Een uitstraling van: jou ga ik sowieso niet helpen. Argwanend bovendien.
Hoewel ik niet de meest tactische persoon ben op diplomatiek gebied, moest ik nu alles op alles zetten om alle hulp die ik kon krijgen ook daadwerkelijk te krijgen. Extra lastig gezien de overlevingsmodus waarin ik me bevond en ik dus veel prikkelbaarder was. Ook leek het of ik me op het snijvlak van dromen en werkelijkheid bevond, waardoor het er niet makkelijker op werd.
De andere medewerker waar deze norse vent me naar doorverwees was gelukkig super behulpzaam. Het contrast tussen beiden had iets onwerkelijks.
Op enig moment vroeg hij iets waarvan ik hoopte het niet te horen: “Heb je een uitreisticket en kan je me die laten zien?”
De adrenaline stroomde door mijn aderen, want ik wist dat iedere fout me nu fataal zou worden. Ja, ik had een uitreisticket. Mogelijk probleem: ik had er een gefaket. Ziet er allemaal pico bello uit, maar in wezen ging het om gebakken lucht.
Ik greep m’n laptop uit het achterste vak van m’n backpack, om het doe-het-zelf-ticket te tonen aan de ogen van de man die op standje inspectie stonden. Hij en z’n vrouwelijke collega bestudeerden het pdfje grondig. Ze belden naar weet ik veel wie en minuten vlogen voorbij. Zij is vervolgens met een moeilijke blik ergens heengelopen voor ik vermoed extra hulp, en hij was druk aan het typen en bellen.
Zouden ze aan het checken zijn of ik deze terugvlucht daadwerkelijk geboekt had?
Poeh, deze spanning kon ik er eigenlijk niet meer bijhebben. Maar voor de duidelijkheid: ik had het aan mezelf te danken.
Intussen waren we tien minuten verder, en had ik mijn woordje voor het mogelijke rampscenario al meerdere keren tussen mijn oren afgespeeld: ik zou ze zeggen dat ik het ticket via een website gericht op uitreistickets had gekocht. Da’s geheel legitiem, voor zover ik weet dan.
Hij zat dieper en dieper in de analyse en ik begon sceptisch te worden.
Wonder boven wonder floepte hij er desondanks ineens uit dat alles in orde was en ik door kon lopen.
Hoe blij je je dan voelt kun je je vast wel voorstellen.
En dus vertrok ik naar Beijing. Met een hoop zorgen achter me, en negen miljoen fietsen in het verschiet.
Laat ik je één ding zeggen: doe deze boekings-truc niet na.