10 tips om off the beaten path te reizen door Australië

Zoals ik je eerder al vertelde, is een roadtrip de beste manier om Australië te ontdekken. Maar als je écht avontuur wilt, ga dan ook eens off the beaten path, oftewel: maak uitstapjes naar de minder bekende gebieden die je Down Under vindt.

Begrijp me niet verkeerd, je kunt je reis prima beginnen in een stad als Perth, Sydney of Melbourne, maar hoe lekker is het om op plekken te komen die niet tot de geijkte highlights van Australië worden gerekend?

Want, er is meer te beleven dan alleen bekende plekken als de Whitsundays, Fraser Island, Uluru, de Great Ocean Road en Rottnest Island.

Daarom bespreek ik in dit artikel 10 off the beaten track-ideeën die je kunt gebruiken om je trip door Australië spannend en avontuurlijk te maken.

Hier komen ze, in willekeurige volgorde:

1. Birdsville (Queensland)

Birdsville is zo’n typische Outback-Town, een dorpje dat ver weg van de grote steden ligt: ruim 1.600 kilometer van Brisbane, bijna 1.200 kilometer vanuit Adelaide en 1.100 kilometer vanaf Alice Springs. Dit is pas de echte Outback 😉 .

Eenmaal in Birdsville, kun je jezelf belonen met een heerlijk koud biertje bij het bekende Birdsville Hotel, een pub waar locals en verdwaalde backpackers bijeenkomen. Als je honger hebt, loop dan naar de Birdsville Bakery en probeer een heerlijke ‘camel pie’.

Ga ook zeker een kijkje nemen bij de paardenraces, oftewel de Birdsville Races. Deze worden ieder jaar in september gehouden.

Zwemmen in de Outback? Ja echt, het kan! Loop even naar de Birdsville Billabong waar je kunt verkoelen, verschillende vogelsoorten kan spotten en een prachtige zonsondergang hebt.

2. Jacob’s Ladder (Tasmanië)

Nou is Tasmanië voor velen überhaupt al niet bepaald standaard, maar dit geldt helemaal voor de Jacob’s Ladder. Een kronkelige weg door de bergen met onderweg fantastische uitzichten om van te genieten.

Ken je het programma World’s Most Dangerous Roads van de BBC en het Nederlandse De Gevaarlijkste Wegen Van De Wereld op BNN? Waarschijnlijk wel. Ik wil je niet bang maken, maar als je hoogtevrees hebt en niet tegen zanderige zigzag-weggetjes kunt, komt ook deze weg aardig in de buurt ☺ .

Eenmaal bij de top (op 1,5 kilometer hoogte) wil ik je aanraden om door te rijden naar het Ben Lomond Ski Resort waar je kangoeroes ziet eten en rondhuppelen tussen de sneeuwkanonnen. Waar nog meer ga je dit zien?

Het merendeel van de weg bestaat uit zand en gravel. Rijd daarom met een 4WD. Je vindt deze bergweg op ongeveer 40 kilometer ten zuidoosten van Launceston. De route is 14 kilometer lang.

3. Gibb River Road (Western Australia)

Deze weg snijdt dwars door de Kimberley-regio in het westen van Australië, een van de ruigere gebieden die je in het land zult vinden.

De Gibb River Road loopt van Derby naar Kununurra. Onderweg kom je -behalve het typische woestijnlandschap- langs verschillende nationale parken, onder meer het Windjana Gorgoe National Park en het Tunnel Creek National park. Ook zie je diverse watervallen, gekleurde rotsen en riviertjes waar je kunt zwemmen.

Deze route is om en nabij de 650 kilometer en goed om te weten is dat je niet perse een 4WD nodig hebt. Ik raad je dit echter wel aan, zodat je ook de ruigere gedeeltes van dit avontuur mee kunt maken.

4. Coober Pedy (South Australia)

Dit is de opaalhoofdstad van de wereld. Het leven speelt zich in Coober Pedy met name onder de grond af. Dit vanwege de hoge temperaturen, met name in de maanden januari en februari wordt het hier bloedheet. Kerken, huizen, musea: alles is ondergronds te vinden.

Het feit dat de mensen hier onder de grond leven, is al een ervaring op zich. Weet jij al hoe het voelt om meters diep in een dorm te slapen? En dat Faye’s Underground Home een zwembad heeft? En wist je dat de ondergrondse woningen vaak voldoende daglicht hebben?

Ga het zien, en beter nog: ga zelf op zoek naar opalen. Een unieke ervaring ☺ .

5. Cape York Peninsula (Queensland)

Het schiereiland Cape York is een prachtig stukje natuur dat op het hoogste punt van Australië ligt.

In Cape York leven slechts 18.000 mensen, wat best bijzonder is aangezien ze groter is dan bijvoorbeeld Griekenland. Voordeel is dat het er heerlijk rustig is.

Je vindt er speciale dieren (alleen al 321 vogelsoorten en 133 verschillende reptielen), prachtige landschappen, palmstranden, regenwouden, watervallen (onder meer de Eliot Falls) en diverse bezienswaardigheden van de Aboriginals. Voor hoogstaande Aboriginal-kunst moet je zijn bij Lockhart River.

Een aanrader is verder om de boot naar Thursday Island te nemen, een tropisch paradijs op zo’n 40 kilometer ten noorden van Cape York Peninsula.

6. Blue Rag Range (Victoria)

Deze track brengt je door de hooglanden van Victoria en hoort bij het Alpine National Park dat in Cobungra (vlakbij Bright) ligt. Zonder twijfel is dit een van de meest spectaculaire bergroutes die je in Australië kunt doen. Wel eentje die absoluut niet bedoeld is voor watjes 😉 .

Je rijdt in een afgelegen gebied op zo’n 1.600 kilometer hoogte. Schrik niet: het is mogelijk dat hier op ieder willekeurig moment van het jaar sneeuw kan vallen. Ja, je leest het goed. Onderweg heb je werkelijk fantastische uitzichten over de Australische alpen.

Een 4WD is verplicht en rijervaring in een terreinwagen is ook aan te bevelen. Het feit dat je hier voornamelijk locals ziet rijden, zegt wat dat betreft een hele hoop ☺ .

Overigens kent dit nationale park nog tal van avontuurlijke tracks. Aanraders zijn de Mount Murray Loop Drive, de Demon Ridge en de Mount Porepunkah Circuit.

7. Darling River Run (New South Wales)

Het merendeel van de backpackers dat naar de staat New South Wales (NSW) trekt, maakt de bekende roadtrip langs de oostkust van Australië. Helemaal niks mis mee hoor, maar er is veel meer te beleven.

Zeker als je wilt ontsnappen aan de drukte en even wat anders wilt dan mooie stranden, is het een aanrader om de binnenlanden in te gaan en de Darling River Run te rijden. Je gaat hier kennismaken met de ruige Outback NSW die loopt van Wentworth naar Walgett (of vice versa).

Onderweg kom je langs typische Outback-towns als Menindee, Broken Hill, Wilcannia, Bourke en natuurlijk langs de Darling River. Je kunt diverse uitstapjes maken naar onder meer het Mungo National Park, de Lake Menindee in het Kinchega National Park.

Ik raad je aan om in ieder geval te stoppen in Broken Hill (267 kilometer vanuit Wentworth), Wilcannia (196 kilometer van Broken Hill), Cobar (260 kilometer vanaf Wilcannia) en Bourke (160 kilometer vanuit Wilcannia). Vanuit daar kun je verder te rijden richting Walgett. Vanaf Broken Hill is het een rit vol sightseeing, dwars door de woestijn.

Deze route is, inclusief zijwegen, 1.200 kilometer en met een normale auto te rijden. Echter, een 4WD is wel aan te raden, aangezien de weg niet altijd even vlak is. Tevens kun je op deze manier ook enkele avontuurlijke side-tripjes maken, bijvoorbeeld in het Mungo National Park. Ik raad je aan om minimaal vijf dagen in te plannen voor deze trip, zodat je niet alleen maar in de auto zit.

8. Arnhem Land (Northern Territory)

In het noordwesten van het Noordelijk Territorium ligt Arnhemland, een gebied van zo’n 97.000 vierkante kilometer. Met prachtige savannebossen, moerassen, rode rotsen en steile kliffen, mag je ze met recht een natuurwonder noemen.

Als je naar Arnhemland gaat, wijk je 100% af van de geijkte paden. Je hebt het idee honderden jaren terug in de tijd te gaan. Zo moet je hier geen televisie, wasmachines en andere elektronica verwachten. Het leven is hier back-to-basics: zo trekken de Aboriginals die hier leven (de Yolngu) er veelal zelf op uit om eten bijeen te sprokkelen.

Verder is dit gebied een waar vogelspot-paradijs. En niet zomaar: je vindt hier meer dan 200 verschillende soorten. Pas wel op, want in Arnhemland leven ook de gevaarlijke zoutwaterkrokodillen, met name in het noorden.

Helaas, maar logisch, is niet ieder gedeelte van het gebied toegankelijk voor toeristen. Dit is de wens van de lokale bewoners en dient daarom te worden gerespecteerd.

Arnhemland ligt trouwens naast het Kakadu National Park. Je hebt een ‘permit’ nodig om op het gebied te komen. Dit toegangsbewijs kun je onder meer halen in Jabiru of online regelen via de Northern Land Council (nlc.org.au).

Je kunt er vanuit Katherine komen via de Central Arnhem Road (50 kilometer ten zuiden van Katherine), een weg die voornamelijk uit gravel bestaat en eindigt in Nhulunbuy. Een 4WD is vanwege de wegcondities vereist. Indien je dit zelf niet ziet zitten, boek dan een tour vanuit Jabiru.

9. De Sunshine Coast Hinterland (Queensland)

Als je op zoek bent naar rustgevende natuur en prachtige wandelingen door de hooglanden van Queensland, ga dan naar de Sunshine Coast Hinterland.

Over wandelmogelijkheden gesproken: er is hier zelfs een hike van liefst 58 kilometer. Ik heb het hier over de Sunshine Coast Hinterland Great Walk. Een tocht waar je vier dagen over doet en onderweg in de bush bush kunt kamperen.

Bezoek het plaatsje Flaxton, dit is een klein, slaperig dorpje dat tussen Montville en Mapleton ligt. Als je een vroege vogel bent, woon dan de spectaculaire zonsopgang bij. Andere leuke towns om te bezoeken, zijn Maleny en Montville.

Ga ook zeker naar de indrukwekkende Glass House Mountains, een groep van 11 bergen die in het gelijknamige nationale park ligt. Je hebt hier wandelingen van allerlei niveaus en panoramische uitzichten die onbetaalbaar zijn.

Er is hier nog zoveel meer te zien. Eén ding staat vast: je kunt hier je eigen tempo bepalen en één worden met de natuur zonder last te hebben van massatoerisme.

Het is in de Hinterlands, door de gemiddelde hoogte van 450 meter, een stukje koeler dan bijvoorbeeld in de steden. Samen met de zuiverende lucht zorgt dit voor een aangename atmosfeer om rond te wandelen.

De hooglanden liggen op ongeveer 70 kilometer ten noorden van Brisbane.

10. De Tiwi Islands (Northern Territory)

Eerlijk, heb jij hier al eens van gehoord?

De Tiwi-eilanden bestaat uit de eilandjes Melville en Bathurst en hebben een oppervlakte van in totaal acht vierkante kilometer. De bewoners (2.700 in totaal) heten, hoe kan het ook anders, de Tiwi. Dit zijn Aboriginals, veelal kunstenaars. Op beide eilanden vind je dan ook verscheidene kunstgalerijen met schilderingen, hout- & beeldsnijwerk en keramiekbeelden.

Een jaarlijks terugkerend event is de finale van het zogenaamde Aussie Rules Football, die in maart wordt gehouden op Bathurst Island. Dit -Australian Football- is trouwens ook de meest populaire sport die je op de Tiwi’s vindt.

Je kunt lokale rituelen bijwonen, denk aan de rookdans die is bedoeld om kwade geesten af te schrikken en goede toe te laten.

Tot slot wil ik je aanraden om naar het Patakijiyali-museum te gaan om meer te weten te komen over cultuur van de Tiwi’s.

Verwacht trouwens niet alleen maar lange zandvlaktes; beide eilanden zijn dichtbebost en staan vol met eucalyptus- en palmbomen. Verder herbergen de eilandjes verschillende watervallen, mangrovebossen en diverse diersoorten.

Helaas kun je niet zomaar voor langere tijd op de eilandjes verblijven. Hiervoor dien je toestemming te vragen aan de stamhoofden. Een dagtripje is wel altijd mogelijk, vanuit Darwin (80 kilometer).

Wat is jouw ultieme off the beaten path bestemming in Australië?