Als je door de straten van Ubud struint moet je menigmaal tot tien tellen om niet gek te worden van de drukte. Naast de vele toeristen is het verkeer een absoluut drama te noemen. Het staat muurvast en de vervuiling is van ongekende omvang. Witte rooksluiers knallen uit de uitlaten van lawaaierige tweetakt-brommers, stokoude trucks produceren zwarte wolken en verder zijn het vooral onzichtbare walmen van nieuwere auto’s en scooters die voor een smerige boel zorgen.
Ondertussen roepen er aan de lopende band taxi-chauffeurs, sarong-verkopers en andere commerciële figuren naar je of je iets van ze wilt kopen. Het is bovendien oppassen geblazen dat je niet in de diepte stapt, aangezien er nogal eens tegels ontbreken of gescheurd zijn, en een ondergrond totaal ontbreekt.
“Taxi?”
Kom je voor het eerst naar Ubud dan vraag je je waarschijnlijk al snel af: wat doe ik hier? Je dacht dat het plaatsje bekendstond om haar mooie natuur, niet om duizenden scooters, trucks en auto’s die oneindige files, herrie en viezigheid veroorzaken.
Bereid je voor, het zal een ware cultuurshock voor je worden.
Gelukkig is er ook goed nieuws 🙂 .
Het fijne aan Ubud is namelijk dat je binnen luttele minuten wandelen in de rijstvelden staat. Daar zal je nauwelijks mensen tegenkomen, sporadisch blaast er een scooter langs. Het is een wereld van verschil met het drukke centrum, en als je eenmaal in de groene oase loopt valt het allemaal nauwelijks te bevatten. Van een staat van alertheid ga je naar pure ontspanning.
Een van de prachtige plekjes die ik met je wil delen zijn de rijstvelden van Kajeng. Ik ontdekte dit pareltje reeds in 2019 en ben er de afgelopen dagen een paar keer geweest. Om een leuke accommodatie te vinden en simpelweg om de drukte te ontlopen en omgeven te zijn met natuur. De wandeling door de rijstvelden is trouwens ook bekend onder de namen ‘Sweet Orange Walk Trail’ en ‘Juwuk Manis Rice Field Walk’, daarover later meer.
Een dik pluspunt is dat je hier in tegenstelling tot de Campuhan Ridge Walk en -met name- de verderop gelegen rijstvelden van Tegallalang amper andere mensen ziet. Best apart als je het mij vraagt, gezien de zo centrale ligging van dit magische stukje natuur.
Wanneer jij Ubud bezoekt raad ik je absoluut aan om de bizarre drukte in het centrum voor eventjes achter je te laten en door deze rijstvelden te wandelen. Want echt, wat is dit een mooie en authentieke plek zeg! Lees verder voor meer info en mijn persoonlijke ervaringen.
Over de Kajeng Rice Fields Walk
In het gebied vind je twee rijstvelden die via een slingerpad met elkaar verbonden zijn: de Kajeng- en de Subak Juwuk Manis-rijstvelden. Dit is de reden waarom men de twee namen voor de wandeling heeft die ik in het begin genoemd heb, wat enigszins verwarrend kan zijn. Om het allemaal nog iets complexer te maken is er een derde naam aan het schilderachtige gebied toegevoegd: de Sweet Orange Walk Trail, vernoemd naar de later te bespreken warung.
De Kajeng Rice Fields danken hun naam aan een van de 14 kleinere dorpen waaruit Ubud bestaat. Het dorp is bekend vanwege tempels als Pura Penataran Sasih en Pura Taman Kemuda Saraswati, de (toeristische) Prianka Ubud Art Market en dus de rijstvelden. Je komt terecht in het échte plattelandsleven van Ubud.
Mijn ervaringen tijdens de wandeling
Hieronder deel ik mijn ervaringen met je van een van de wandelingen die ik door de Kajeng en de naastgelegen Juwuk Manis Rice Fields heb gemaakt.
Ongelofelijk
Het moment waarop je de retedrukke Jalan Raya Ubud verlaat en het smalle pad inloopt, kun je eindelijk weer enigszins naar zuivere lucht happen. En voor je het weet zie je het groen van de rijstvelden voor je verschijnen.
Toen ik voor het eerst in dit gebied kwam voelde het serieus bijna alsof ik aan het dromen was. Tuurlijk, ik had heus al eens rijstvelden gezien, maar zo dichtbij een druk centrum? Nee. Het heeft iets onwerkelijks, en je zult het zelf wel ervaren als je er bent.
Net was ik er en besloot ik van het pad af te gaan en het gras in te lopen, vlak ernaast stond een verlaten atelier dat ik voor de corona-periode ook al had gespot. Destijds werden er workshops gegeven, nu was er geen enkel teken van leven te bekennen en viel er ‘For sale‘ te lezen.
Al het groen om me heen deed me terugdenken aan Munduk, een van mijn favoriete plekjes op Bali. Ook nu weer vroeg een stemmetje in mijn hoofd zich af: hoe kan het dat zo’n mooie plek middenin de stad ligt en er niet of nauwelijks toeristen te bekennen zijn?
Vervolgens ben ik doorgelopen over het zanderige pad, aan beide kanten zie je tropische palmbomen waarin trossen gele kokosnoten hangen. Naderhand veranderde de zandvlakte in een betegeld weggetje. Op iedere tegel is een boodschap te lezen, veelal van romantische aard. Iets wat pre-corona overigens nog niet zo was, een teken van commerciële ontwikkeling? Hoe dan ook, het geeft een leuk en artistiek sfeertje.
Diepgroene kleuren wisselen zich af met geel en lichtbruin, de soorten die (nagenoeg) klaar zijn om geoogst te worden.
Rechts van me zag ik een punthoed uit het veld omhoog steken van een local die druk bezig was met oogsten. Ik pakte enkele rijstkorrels van een nabije gele spriet af en nam de proef op de som. Heerlijk!
Los van het hoofdpad kun je op meerdere plekken de velden intrekken. Dit deed ik op een gegeven moment, waarna ik volledig omsingeld werd door groen.
Wederom had ik een wow-momentje te pakken.
Pauzeren bij de Sweet Orange Warung
Het is overigens niet zo dat er helemaal geen voorzieningen zijn in het gebied. Langs de route vind je enkele warungs, accommodaties en hier en daar een local die een kokosnoot voor je in de aanbieding heeft. Verder diverse kleine tempeltjes waar de plaatselijke bevolking samenkomt en bidt.
Na een minuut of tien over het stenen pad gelopen te hebben, zie je aan je linkerkant een eenvoudig eettentje met de naam Sweet Orange Warung. Vandaar dus ook de naam Sweet Orange Walk Trail die ik in het begin noemde.
Naast de pittoreske locatie in de rijstvelden vallen de hangende, uitgedroogde kokosnoot-hoofden er nogal op. Ze hebben er behoorlijk enge gezichten in gekerfd kan ik je zeggen.
Leuk is om er even te stoppen om een hapje en een drankje te doen, ze hebben er veel verse dingen op het menu staan. Een aanrader is de groente-curry met donkere rijst.
Tijdens de wandeling kom je trouwens langs meerdere warungs. Sweet Orange is simpelweg de bekendste, maar daarmee niet het beste of zo. Schuin aan de overkant van Sweet Orange ligt bijvoorbeeld een schattig koffie- en theezaakje genaamd ‘Eightea Bali’, vanaf je stoel heb je er een fantastisch uitzicht. Andere aanraders zijn Aldi’s Coffee & Eatery en Brick Warung.
Even later zag ik trouwens nog een groepje eenden badderen in de drainage-secties en in sommige volgelopen velden, je ziet ze wel meer in het gebied. Ook stond er een moederkoe met haar jong bij een verlaten houten hutje te grazen, vergezeld door een nieuwsgierige witte vogel die iets van een reiger leek te hebben. Als dit geen countryside is 🙂 !
Een verfrissende kokosnoot
Na een tijdje beland je op een kruispunt (hier), sla je daar linksaf dan kom je uiteindelijk terecht op een moeilijk begaanbaar deel in de jungle waar je hoogtevrees op de proef zal worden gesteld. Ik heb eieren voor m’n geld gekozen en ben omgedraaid.
Rechtsaf bij de voorgenoemde kruising is de weg die je terugleidt naar Jalan Raya Ubud, en de gebruikelijke route om te volgen. Je loopt nu aan de kant van de Kajeng-rijstvelden, over de straat met de nogal komische naam: Jalan Bikes Only.
Plots hoorde ik iemand “Coconut, only fifteen thousand.” roepen. Een grijzige man met een niet bepaald onderhouden gebit zat aan de zijkant en keek me vriendelijk aan. Ik herinnerde me dat hij er in 2019 ook al kokosnoten verkocht. Toen ik hem dit vertelde moest ‘ie lachen en beaamde hij er inderdaad al jarenlang zijn shop te hebben. Hij stelde zich voor met de voor Bali zo bekende naam Nyoman.
Het kokoswater ging er buitengewoon goed in en was precies wat ik nodig had. Er zat zonder overdrijven bijna een liter aan sap in. Nadat ik al het water ophad, hakte Nyoman de kokosnoot open en gaf hij me een zelfgemaakte lepel om het kokosvlees op te eten.
Op de krakkemikkige houten wanden van z’n shop lees je louter lovende berichten van eerdere bezoekers. Denk aan teksten als: “Nyoman, the best coconuts in town” en “A place you should try.”
Ik maakte ten slotte nog een praatje met Nyoman en vertelde hem dat ik zijn toko in dit verhaal zou opnemen. Later schreef ook ook dit stuk over een bijzonder gesprek dat ik met ‘m had. Probeer het zelf eens en ga voor een authentieke ervaring, dit is de locatie. Een officiële shop of winkel heeft hij niet, maar laat dat nou juist zo z’n charme hebben.
Terug de drukte in
Na Nyomans kokosnoot-shop loop je over Jalan Kajeng en kom je vanzelf uit op de Prianka Ubud Art Market die grenst aan Jalan Raya Ubud. Je bent nu weer terug in de drukte.
Vergeet niet nog even goed om je heen te kijken en van al het groen te genieten. Want als je een paar minuten later de stilte verruild hebt voor motorgeluiden, is er nergens meer natuur te bekennen.
Waar start de wandeling?
Jalan Raya Ubud, de hectische hoofdstraat van Ubud, is waar het ene deel van wandeltocht begint. Wanneer je langs Jalan Suweta bent gelopen, ga dan verder naar de Starbucks in westelijke richting. Even later, hier om precies te zijn, zie je het volgende bord:
Die volg je, enkele minuten erna ben je omringd met schitterende rijstvelden en volg je het pad. Je begint in dit geval in de Subak Juwuk Manis Rice Fields.
Wil je de route andersom afleggen en starten in de Kajeng Rice Fields? In dat geval begin je in Jalan Kajeng, bij de Prianka Ubud Art Market.
De trail is trouwens helemaal gratis en eenvoudig, zonder hoogteverschillen en andere uitdagingen. Tenzij je de lastigere variant kiest, waarover ik je eerder al vertelde.
Hoelang duurt de wandeling?
De gehele wandeling zoals ik beschreven heb doe je in ongeveer een uurtje. Je komt langs zowel de Kajeng- als de Subak Juwuk Manis-rijstvelden. Sneller kan ook, al zou ik er lekker de tijd voor nemen. Loop eens de rijstvelden in, eet een lekkere maaltijd bij een warung en geniet maximaal.
Kies je daarentegen voor de uitdagendere variant, waarbij je op het kruispunt linksaf slaat, reken dan op zo’n 2 uur hiken. Je loopt na een poosje door de jungle over een smal -deels- stenen pad, langs een smalle rivier richting Sunset Cafe and Bungalow. Eenmaal daar ben je op de Sari Organic Walk. Wees echter gewaarschuwd, want de afgrond is immens. Zelf heb ik zodoende m’n schoenen uitgedaan en ben gedeeltelijk door de rivier gelopen, in plaats van over het paadje langs de diepte.
Zoek je een route voor Bali?
De laatste jaren heb ik meerdere keren op Bali gewoond (en gereisd natuurlijk). Nu ik dit schrijf is het wederom mijn thuisbasis. Gedurende deze periodes verzamel ik de beste tips die backpackers zoals jij kunnen gebruiken om er een fantastische reis van te maken. De meest waardevolle info heb ik gebundeld in Backpackgids Bali. En niet alleen tips en routes voor Bali trouwens, maar ook voor de Nusa- en de Gili-eilanden.
Voor heel Indonesië heb ik bovendien Backpackgids Indonesië voor je gemaakt.
Lees ook: deze route die je vanaf Bali naar Lombok en de Gili’s brengt.
Meer lezen over Bali en Indonesië?
Alle avonturen die ik beleefd heb (en beleef!) op Bali en Indonesië zijn te vinden op deze website, inclusief een hele hoop tips die van pas komen tijdens je reis.
Ikzelf heb behalve Bali de grootste eilanden van het land gezien, waarbij ik het helemaal tot de Molukken heb geschopt. Echt heel bijzonder daar. Indonesië is sowieso een land naar m’n hart. Omdat ik er zo vaak kom en meestal voor langere tijd, spreek ik zelfs de taal een beetje.
Lees je graag meer leuks over Indonesië om de voorbereiding van je reis zo leuk mogelijk te maken? Check dan al mijn Indonesië-artikelen op deze pagina. Alle Bali-artikelen vind je op de speciale Bali-pagina.
Ga jij de Kajeng Rice Fields Walk doen?