Het noorden van Vietnam heeft iets magisch. Sapa is hier een van de bestemmingen die je mond zal doen openvallen, wedden? Traditionele bergstammen zoals de Hmong leiden hun leven in alle eenvoud tussen de rijstterrassen, die op ongelofelijke wijze tegen heuvelruggen groeien en haast alle groentinten wel aantikken.
In tegenstelling tot de meeste toeristen ben ik er liefst 2 weken gebleven, om het mystieke bergdorp écht goed te leren kennen. Ik heb zelfs sneeuw gezien (en moeten janken omdat m’n handen half bevroren waren)!
En weet je wat nou het vette is? Je kunt een wandeling maken langs hellingen en valleien, en onderweg overnachten bij een lokale familie. En niet minder belangrijk: zonder hordes toeristen tegen het lijf te lopen. Echt een onvergetelijke belevenis kan ik je zeggen.
Nadat ik eerder al de Fansipan beklom (oei, dat was afzien zeg!) en Sapa met de mountainbike verkende (met een streberige gids die me er finaal uitreed), heb ik dus zo’n meerdaagse trekking dwars door het heuvelachtige landschap en de rijstterrassen gemaakt.
Lijkt zo’n avontuur jou ook wel wat? Ik gok van wel, anders zou je hier niet terecht gekomen zijn 🙂 .
In het komende verhaal neem ik je mee naar mijn tweedaagse, bijna 40 kilometer lange, hike die ik samen met m’n gids Su May heb gemaakt. Het is een bijzondere wandeling geworden waarbij we een hoop mooie ervaringen hebben opgedaan. Op enig moment werd het zelfs nog een tikje emotioneel…
Wat is de route die ik heb afgelegd?

De eerste dag is een trip van ongeveer 18 kilometer die ons van Giang Ta Chai naar Lao Chai voert. In totaal hebben we er 5,5 uur over gedaan.
Dag 2 brengt ons vanuit Lao Chai naar het centrum van Sapa. De afstand is nagenoeg hetzelfde als de eerste dag, namelijk 18 kilometer, die we in minder dan 5 uur hebben gehiked.
Een tweedaagse trekking door Sapa: mijn ervaringen
Dan nu over naar het avontuur waar je hiervoor bent gekomen: de tweedaagse trektocht door de rijstterrassen van Sapa.
Hieronder vertel ik je precies wat ik heb meegemaakt, een heleboel bijzonders kan ik je zeggen 🙂 .
Voor je begint met lezen wil ik je nog eventjes melden dat ik de hike in 2017 deed, vandaar de niet al te fantastische foto’s. Om up-to-date te blijven heb ik de laatste info voor je toegevoegd (bijvoorbeeld waar je de tour kunt boeken en welke accommodaties leuk zijn in Sapa), deze gids is zodoende helemaal 2025-proof.
Begin dag 1: starten tussen de locals in de vallei van Lao Chai
Omdat Su May -dezelfde gids als waarmee ik de Fansipan beklommen heb- en ik om 08.30 uur hebben afgesproken, heb ik mijn wekker om 07.45 uur gezet. Die ochtend word ik al eerder wakker, zo rond zevenen. Daarom zet ik het alarm uit. Als ik weer wegval en ontwaak, is het plots 07.55 uur. Ik had de wekker beter aan kunnen laten staan, gelukkig ben ik niet voor uren in slaap geraakt en valt de schade mee.
Snel douchen, ontbijten en wachten op Su May. Het blijkt echter dat iemand me met een motorbike uit de vallei naar boven zal brengen, aangezien ze daar bij de hoofdweg op me staat te wachten. Dit wist ik niet en derhalve kom ik iets later aan.
Geen man over boord gelukkig.
Ik stap de bus in en Su May peilt nog even bij me of ik lekker geslapen heb. “Sure,” zeg ik. Datzelfde geldt voor haar.
Stapvoets rijden we naar het beginpunt van de hike: Giang Ta Chai. De wandeling terug naar de homestay in Lao Chai is zo’n 18 kilometer lang. Bepaald geen kattenpis dus.
De dag kan beginnen 🙂 .
Door de rijstterrassen omhoog
Nadat we de vallei in zijn gelopen, gaan we vrijwel direct behoorlijk steil omhoog op een pad dat ons langs prachtige rijstterrassen voert. Ook komen we uit bij een kabbelend beekje met tig paarse bloemetjes op een van haar oevers:
Na eraan te ruiken, blijken ze overigens geheel geurloos.
De ochtendmist is in volle glorie aanwezig, maar inmiddels weet ik dat iedere dag in Sapa meestal op deze manier begint. Wat later op de ochtend trekt het doorgaans open en is alles mooi helder. Enne, die nevel heeft evengoed iets moois moet ik zeggen, het kan landschappen doen veranderen in mysterieuze omgevingen die je gedachtes op hol kunnen brengen.
We wandelen recht een heuvel op. Nog voordat ik boven ben, zie ik een waterbuffel vredig in het gras grazen.
Net als ik wil zeggen dat ik tot dusver geen andere mensen heb gespot, loopt er dik 50 meter verderop een driekoppige groep omhoog. Met name de man van ik schat 27 lijkt het er zwaar mee te hebben. “Heavy?” vraag ik aan ‘m als ik dichterbij kom, en hij knikt bevestigend. Enigszins in strijd daarmee ga ik joggend naar de top, wat ben ik toch ook een aparte kwezel hè. Eenmaal daar pak ik een rustmomentje en wacht ik op Su May.
Wanneer ze ten tonele verschijnt, gaan we naar rechts terwijl de andere wandelaars linksaf slaan. We zijn dus weer alleen.
Een giftige plant met een speciaal verhaal
Kort daarna valt mijn blik op een, op het oog, onschuldige en niet persé bijster boeiende plant:
Echter, achter deze plant (de overhangende stengel met vier bladeren aan de linkerkant) gaat een bijzonder en deels ook duister verhaal schuil, zo laat Su May doorschemeren.
Het volgende:
In Vietnam kent men een ander sterrenbeeld dan ik en jij gewend zijn. Afhankelijk van het jaar waarin je geboren wordt, kom je overeen met een bepaald dier. Zo ben ik kennelijk een kat.
Anyway, het is officieel niet toegestaan dat bepaalde dieren met elkaar trouwen. Zo kan een slang onmogelijk met een kat de liefde delen. Het komt daarom voor, al was dit met name in het verleden zo, dat de ouders van een jongen of meisje verbieden dat hij of zij met een bepaalde persoon trouwt. Een huwelijk zou ongeluk brengen. Deze ouders dragen vervolgens iemand anders aan, iemand die hun zoon of dochter soms helemaal niet kent.
Gevalletje uithuwelijking, alleen dan net even anders.
Dit alles leidde ertoe dat de persoon die wilde gaan trouwen veelal zielsongelukkig werd. Sommigen van hen namen daarop een hap van de plant, wat ervoor zorgde dat ze binnen 2 uur hun laatste adem uitbliezen.
Bizar verhaal toch?
Ik doe vervolgens net of ik een blaadje ga eten, waarna Su May me aankijkt of ik wel spoor. “It’s just a joke,” laat ik vallen en ze moet breeduit lachen. De humor van mijn kant zou ze gaandeweg de trip meer en meer begrijpen (en waarderen).
We wandelen door over lastige paadjes die afwisselend modderig, glad en eveneens zo smal als de neten zijn.
Waar Su May eenvoudig over de natuurlijke ‘evenwichtsbalken’ loopt, is het voor mij een heuse uitdaging:
Het is me ondertussen sowieso wel duidelijk dat ze nogal behendig is. Ook legt ze steile stukken naar beneden, over niet zelden modderachtige paden, als een wervelwind af. Ik heb nog een hoop te leren, zo besef ik me.
Nadat ik de beproeving succesvol heb doorstaan en inwendig een dansje van geluk doe, ga ik daarna alsnog finaal op m’n plaat. Ik glijd uit, en donder een heel stuk naar beneden. En het enge is dat de afgrond best diep is. Wonder boven wonder kan ik me vastklampen aan een paal en valt de schade mee. Had die paal er niet gestaan, dan was de situatie volstrekt anders geweest…
Momenten later belanden we bij een waterval en lassen we een korte pauze in:
We zijn op grote hoogte en kijken onze ogen uit. Da’s althans wat ik doe. Ik zie diepe dalen met bossen, planten, hier en daar een huisje, rijstterrassen en waterbuffels. Ondanks dat ik dit de afgelopen dagen al volop heb aanschouwd, blijft het indruk maken. Ik heb soms het idee in een verbeterde uitgave van de Zwitserse Alpen rond te dolen.
Lunchen op authentieke wijze
Via een zigzag-weg komen we bij een huis in aanbouw bovenop een bergkam. Wederom is het uitzicht puur genieten:
Het blijkt de locatie waar een Hmong-gezin woont, bestaande uit een viertal personen. Zoals je misschien wel weet, is de Hmong een van de vijf minderheidsgroeperingen die in Sapa en omstreken leeft. We stoppen er voor een lunch.
De man is weg van huis, ergens op het land aan het ploeteren. De moeder en twee kinderen laten zich wel zien. De laatstgenoemden zijn overigens ontzettend verlegen, al komen ze af en toe op enige afstand spieken wie of wat ik eigenlijk ben.
Su May kletst samen met de vrouw in het Hmongs, of hoe je dat ook noemt. Ik vraag of ik mee kan helpen met eten bereiden, en ik krijg daarop een hoopje groenten in mijn hand geduwd. Na de nodige gebaren over en weer ontdek ik dat mijn taak is om de bladeren van de stengels af te plukken.
Een voor een wordt alles klaargemaakt. Su May -die haar kenmerkende rode muts opheeft- kookt de aardappels, bakt de groenten, daarna zijn de kip met wortel en champignons aan de beurt en tot slot een omelet met een mengelmoesje van verse kruiden. Dit alles in een pan die wordt verhit door bamboestronken en een paar plankjes vermolmd hout:
Een spatel hebben we niet. Stokjes wel. Omdraaien van de omelet is daarom een ware kunst, zelfs voor Su May. Toch lukt het haar behoorlijk.
Tijd om aan te schuiven.
Honger heb ik inmiddels wel gekregen van de expeditie. Het lijkt net alsof ik nooit eerder zulke lekkere gekookte aardappels opheb. Met de olie en de kruiden, smaakt het geweldig. Het eten met stokjes gaat me steeds makkelijker af, al besluit ik voor de rijst toch maar een lepel te vragen.
Een nogal raar miauwende jonge poes, die qua geluid iets wegheeft van een oud en kuchend omaatje, eet gezellig met ons mee. Zelfs de groenten worden gewaardeerd door het beestje. Het malse kippenvlees is echter de logische favoriet.
Na de hemelse maaltijd bied ik gretig aan om onze spullen af te wassen, dan heb ik het idee ook iets teruggedaan te hebben. De moeder des huizes, die in de ‘voortuin’ aan het vegen is, is me dankbaar en stemt ermee in. Tot mijn verbazing trouwens, want meestal word je in zulke gevallen vrolijk afgewimpeld.
Opeens duiken de twee kinderen op. Ze komen vol belangstelling poolshoogte nemen hoe ik het kunstje uitvoer, al is de werkelijke reden denk ik dat ze het simpelweg bijzonder vinden om een blonde toerist van dichtbij te bewonderen.
Na in de lokale taal bedankt te hebben, is het tijd om de trektocht voort te zetten. Als ik de moeder een hand geef, schudt ze ‘m lichtjes. Uit verlegenheid is haar hoofd zo’n beetje 180 graden gedraaid, aandoenlijk gewoon.
Als je zonder water zit
Aangezien ik tijdens onze break niks gedronken heb, begin ik dorst te krijgen. Zelf heb ik alleen geen water meer, ik had die ochtend slechts een halfgevuld flesje meegenomen en dat was al lang en breed op.
Su May heeft nog, maar ze is redelijk verkouden waardoor het ons beiden niet verstandig lijkt om aan haar fles te gaan zitten lurken.
Even doorzetten dan maar.
En alsof het zo moet zijn, komen we uit bij een boerderij waar een teil met vers bergwater staat, aangevoerd door een pijpleiding:
Wanneer het water via een dergelijke leiding komt, is het doorgaans erg zuiver, zo legt Su May uit. Ze checkt het en geeft groen licht. Ik denk dat ik wel een liter naar binnen werk. Zo lekker kan water dus smaken.
Mensen zijn hier trouwens niet te bekennen. Enkel kippen, waarvan de mannetjes een opgewonden indruk maken. Meerdere malen zie ik een vrouwtje voor haar leven rennen, als ze door meerdere mannetjes achterna wordt gezeten. Geile gluiperds die het zijn.
Het meest angstige gedeelte van de dag
Uit het niets voeren we plotseling een dieper gesprek. Over het leven. Su May had me eerder al verteld op haar zeventiende getrouwd te zijn, ondertussen is ze moeder van twee kleine koters. Ze blijkt daarnaast liefst acht broers en zussen te hebben.
Haar broer gaat over een paar dagen trouwen. Of ik naar de bruiloft wil komen. Dat lijkt me wel wat, zeg ik. Die afspraak staat genoteerd (en hier lees je hoe het was).
Zodra ze naar mijn situatie vraagt, moet ik even slikken. Een zwaar gevoel daalt op me neer, en ik vertel haar een van m’n twee zussen te zijn verloren. Mijn net zo droge ogen zijn nu zompig, en van binnen ga ik terug naar die helse zaterdagochtend toen ik mijn zus levenloos op de bank zag liggen.
Er valt een diepe stilte waarvan we allebei niet echt weten hoe die te doorbreken.
Ze is merkbaar aangeslagen en zegt iets in de trant van “Sorry that I asked you this” tegen me. Ik stel haar gerust door te zeggen dat het oké is. Het is een onderdeel van m’n leven, waar ik mijn ogen niet voor sluit.
Na een korte omhelzing gaan we in een iets lager tempo we verder.
Het is deze aangelegde vijver die me opvalt:
Nee, dit is geen verregend rijstveld maar een plek die wordt gebruikt om catfish te kweken. Je weet wel, die viezenrikken met hun grote snorharen, die de bodem van rivieren afspeuren en alles eten. Zelfs stront. Als ik iets niet zou verwachten was het wel een kwekerij. Misschien ben ik in dat opzicht een tikje naïef, denkend enkel biologische dingen te zien.
Wanneer we op een zandweg uitkomen, hoor ik geritsel en zie ik vanuit mijn linkerooghoek iets bewegen. Voor ik er erg in heb stormt er een agressief blaffende hond op ons af. Ik deins terug, en er trekt een onaangename rilling door mijn voltallige lijf. Op gruwelijke wijze ontbloot hij zijn tanden, kippenvel staat op mijn armen en mijn oksels zijn ineens vochtig.
Su May grijpt heldhaftig een steen en adviseert me door te lopen. Ze doet net of ze de kei naar hem toegooit, een bekend recept wat ook nu werkt.
Hoewel… Even later loopt het beest met diezelfde duistere blik van eerder opnieuw achter ons aan.
Miraculeus genoeg hebben we ‘m een paar minuten later afgeschud, en weten we de dans te ontspringen.
Ja, dit was even schrikken. Voor hetzelfde geld…
“This is the nicest part,’ roep ik naar Su May als we op een uitkijkpunt staan. “Take a picture, for me it’s nothing.” Begrijpelijk, als je alles al tig keer hebt gezien en dit je leefomgeving is. Maar hey, voor mij is het allemaal geen dagelijkse kost hoor:
Behalve de overweldigende natuur, lopen we langs een varken en even verderop spotten we haar biggetjes:
Afdalen is wat ons nu te doen staat. De te nemen horde is een langgerekt kleipad. Bijwijlen denk ik: hoe ga ik dit in hemelsnaam aanpakken joh? Niet veel later slip ik weg en ga ik tegen de vlakte.
Su May rent er daarentegen vrolijk op los, net een dartelend, jong hert die onbevangen het leven viert. Ik kan onderhand niets anders dan concluderen dat ik qua afdalingen een volslagen groentje ben. Vergeleken met haar nochtans.
Een bijzondere ontmoeting in de homestay
Even later zijn we terug in de vallei waar de dag begon. Verderop doemen primitieve huisjes op die me terugbrengen in de realiteit van het menselijke bestaan. Nog voordat de klok drie uur slaat, komen we aan in de homestay.
Hoewel wel er zowat 20 kilometer op hebben zitten en voortdurend op en af zijn gegaan, voel ik me helemaal niet uitgeput of zo. Aangezien ik zat energie overheb, ga ik die middag de deur uit voor een workout. Door de andere lui in de homestay die hun welverdiende relaxmomentje pakken, word ik aangekeken alsof ik volkomen gestoord ben. En heel eerlijk, da’s ergens wel te begrijpen.
Die avond krijg ik een voetmassage aangeboden. Echter, omdat ik deze 2 dagen eerder al heb gehad toen ik terugkwam van het mountainbiken, besluit ik om beleefd het aanbod af te slaan. De massage is overigens echt een heerlijke beloning na een dag (flink) zwoegen. Om het af te maken, krijg je een warm voetenbad met allerlei kruiden. Naderhand val je als een blok in slaap 🙂 .
Ik en de andere trekkers delen een verrukkelijke maaltijd, en nadien babbelen we na over hoe indrukwekkend onze dagen in Sapa zijn.
Sippend aan mijn Vietnamese koffie raak ik aan de praat met een stel uit Brabant, en in het bijzonder over Break Free, het programma over backpackers die op een of andere manier sterven op hun reis.
En weet je? Het werd een van de meest bijzondere gesprekken uit mijn leven, bizar om te ervaren hoe toeval soms werkt. Zij plantten bij mij het zaadje om later naar Nieuw-Zeeland af te reizen.
Begin dag 2: bossen vol met bamboe
De volgende ochtend vertrekken ik en Su May saampjes vanuit de homestay. Relatief laat vergeleken met de anderen, maar mij hoor je niet klagen. Ik ben toch al zo’n slaapkop die iedere nacht moeiteloos 10 uur weet te pakken, na de inspanningen van gisteren had ik het klokje dan ook volledig rond geslapen.
Via het mistige dal klimmen we omhoog om ten slotte door het bosrijke landschap te hiken. Bossen die tot mijn verbazing volstaan met talloze groene, slanke bamboestokken, waartussen zich af en toe een kwispelend varkentje verstopt:
Een eind verderop is een clubje locals zich in het zweet aan het werken. Een man is met een schop bezig om de grond vlak te maken. Iemand anders, een vrouw, duwt een kruiwagen aan en lijkt het haast te begeven van haar tomeloze inspanningen. Aan de rechterkant voorziet een groep mensen haar van grind. Er is nog niets van te zien, maar binnenkort staat hier blijkbaar een nieuw huis:
Als we vervolgens door een donker bos struinen, waar op een bordje te lezen valt dat vuur verboden is, trekken we via de nevelige rijstterrassen een piepklein dorpje binnen. Een man die bij z’n woning bezig is, groet me met een grijns die ik niet zo goed weet te plaatsen. Het straalt iets stiekems uit.
De zweem van rust die hier hangt is buitengewoon aangenaam, symbool staat deze vredige en voor deze omgeving opvallend gekleurde hond:
Vandaag lijkt het trouwens mistig te blijven, al weten de zonnestralen heel af en toe door de nevelflarden te breken.
De hond wil ook wat
Via een pad, dat iets weg heeft van een weg door de jungle, komen we bij een lokaal restaurantje en gooien we onze tassen af om een hapje te eten. Dit is de eerste plek waar ik vandaag andere Westerlingen tref. Wat dat betreft is het ons goed gelukt om toeristen te ontwijken in het juist zo toeristische Sapa.
Anders dan normaal heb ik niet eens zo’n trek. Dik 2 uur daarvoor heb ik nog vier pannenkoeken met banaan naar binnen gepropt in de homestay. Maar ach, een beetje energie tanken lukt meestal wel. Bovendien wil je later tijdens het hiken niet denken: had ik maar…
Echter, ik krijg mijn reusachtige bord noodles niet op. Kort daarvoor spot ik iemand die de rest vermoedelijk eenvoudig naar binnen zal werken. Ik heb het over de pluizige hond die onder de tafels aan het speuren is naar kliekjes. Ik geef ‘m mijn bord:
En inderdaad, in minder dan 10 seconden is het maaltje compleet opgegeten. Of zeg maar gerust opgeslokt. Ik weet nu tevens waar de term ‘ondankbare hond’ vandaan komt, want meneer is er vervolgens onmiddellijk van tussen.
Afwisselingen tussen hoog en laag
Na de lunch hiken we verder naar beneden. Slapende honden, wilde zwijnen, varkens, eenden die zich over hun piepende kuikentjes bekommeren en een nakijkende waterbuffel, is wat we behalve het groene berglandschap tegenkomen.
Via een krakkemikkige hangbrug, die overigens minder spannend is dan ik in eerste instantie denk, lopen we over een rivier die behalve water grotendeels uit stenen bestaat:
Daarna volgt al gauw de weg omhoog. Soms ietsepietsie smal en daarmee een mentale uitdaging. Godzijdank voor mij wordt de afgrond dusdanig gemaskeerd door tal van bomen en struikgewas, zodat ik er amper iets van meekrijg.
Su May is ondertussen bezig om voor ons beiden een haarband te fabriceren van een tak vol met bladeren. Ik zet ‘m op, maar hij blijkt te groot. Uiteindelijk krijg ik die van haar. Voor Su May te ruim, perfect voor mijn grote kop 😀 .
Nadat ik me omdraai zie ik temidden van de natuur een waterval tevoorschijn komen, al is deze niet oogstrelend of zo vergelen met wat ik allemaal al aan waterspektakel gezien heb in Azië. Toch blijft zoiets bijzonder.
We frissen onszelf op en lopen door. Dan strijken we neer op een stoffig en kronkelend paadje dat ons door een vallei heenleidt. Grappig zijn drie paarden en een schattig veulentje die we passeren, ik heb ze in Sapa nog niet eerder gezien:
Een flinke helling naar het eindpunt
Na een hoop gepuf en aardig stijve hamstrings zegt Su May dat we ons in de buurt van Cat Cat bevinden, een gehucht vlakbij het centrum van Sapa. “Only 1 hour,” oftewel we zijn er bijna.
Deze laatste horde blijkt niettemin een pittige kluif. Pittig omdat we letterlijk van beneden naar boven moeten zien te gaan over ronduit steile gedeeltes. Op sommige momenten stop ik even om rustig om me heen te kijken. Niet omdat ik ergens naar op zoek ben, maar vanwege de schitterende omgeving. Ik bedoel, je moet niet vergeten te genieten natuurlijk:
Na zo nu en dan wat explosieve sprintjes uit mezelf te persen, begint het zweet te komen. Altijd een lekker gevoel vind ik. Yep, een tikje afwijkend ben ik wel.
Boven wacht ik op Su May. Ze is desondanks nergens te bekennen, waardoor ik twijfel. Zit ik hier wel goed?
Dan zie ik een paraplu met daaronder een kleine persoon in traditionele kledij verschijnen. We hebben elkaar gevonden.
Krap een half uur later hoor ik het galmende geluid van toeterende auto’s en scooters. We zijn terug in de bewoonde wereld.
Wat kost een trekking door Sapa?
De trektocht die ik heb gedaan was privé en enkel met een gids. Eerlijk gezegd had ik het leuker gevonden wanneer ik met een (klein) groepje mensen op pad was gegaan. Gesprekken onderweg met andere avonturiers zijn immers ook iets moois.
Anyway, reguliere tours van 2 dagen in Sapa heb je al vanaf een euro of 35, afhankelijk van waar je boekt. Let wel goed op de reviews (zie het volgende kopje), want de prijsverschillen zijn er natuurlijk niet voor niets.
Waar boek je een trekking door Sapa?
Ik heb deze excursie gedaan via Friends Travel Vietnam, een tourbedrijfje gevestigd in Hanoi. Sidney, de behulpzame Nederlandse eigenaar met Rotterdamse roots, heeft voor mij alles tot in de puntjes verzorgd. Zo krijg je een massage, fijne accommodatie, heerlijk eten en goed Engelssprekende gidsen.
Helaas heeft Sidney een hartinfarct gehad die hem deels buitenspel heeft gezet. Gelukkig is zijn lieve vrouw Thao er om je te helpen.
In samenwerking met hen bied ik je via deze link de mogelijkheid om Sapa-tours met 5% korting te boeken. Gebruik tijdens het boekingsproces de kortingscode: BACKPACKBLOG.
Een andere prima mogelijkheid is om je tour te regelen via Get Your Guide. Lokale aanbieders bieden daar heel wat toffe excursies aan door de schitterende omgeving van Sapa. Tours aan van 1, 2, 3 en zelfs 4 dagen. Hieronder vind je de zes populairste, te boeken via een paar simpele kliks:
Waar in Sapa raad ik je aan om te overnachten?
Sapa is een begrip onder backpackers en heeft behalve de weelderige natuur eveneens genoeg uitstekende slaapplekken te bieden. Voor soms minder dan vijf piek heb je al een eigen kamer. Crazy hè? Niet slechts voor backpackers is Sapa populair trouwens, er zijn evengoed luxere hotels om van ultieme comfort te genieten.
Ik raad je aan om enkele daagjes in Sapa te boeken alvorens je aan je trektocht begint. Neem rustig de tijd om even te ‘landen’ en begin daarna vol energie aan de hike.
Om je te helpen met het vinden van een fijne accommodatie in Sapa, heb ik een selectie gemaakt van de betere hostels, homestays, hotels en resorts.
Laat ik beginnen met de hostels. Pea Hostel, op een kwartiertje stappen van het centrum, heeft in de laatste jaren de reputatie opgebouwd van een van Sapa’s leukste jeugdherbergen. Twee andere aanraders zijn het Sapa Backpacker Hostel en La Beauté Sa Pa.
Lijkt het je cool om bij locals thuis in hun homestay te verblijven (vette ervaring!), dan raad ik je H’mong Stilt House aan. Die ligt overigens wel eventjes buiten het centrum. Bij de Mega View Homestay bieden ze bovendien dorms, perfect wanneer je andere backpackers wilt leren kennen. De derde homestay die ik je tip is de Surelee Homestay. Ten slotte mag ik het Hmong Sister House niet vergeten te noemen.
Pit je liever in een leuk hotel? Vier aanraders zijn het Himalaya View Hotel, Eden Boutique Hotel & Spa, KK Sapa Hotel en Lacasa Sapa Hotel. Een tikkeltje prijziger maar schitterend gelegen is het Pistachio Hotel Sapa. Of boek je verblijf bij het veelal geroemde en met vijf sterren bekroonde Hotel de La Coupole.
Voor wat betreft luxere resorts hoef je evenmin lang te zoeken. Het Sapa Catcat Hills Resort & Spa en Ville De Mont Mountain Resort zijn bijvoorbeeld top.
Meer tips nodig voor Sapa?
Voor meer info, inspiratie een handige tips over Sapa, raad ik je aan om deze uitgebreide gids door te nemen.
Daarin vind je bijvoorbeeld de beste reistijd, hoe je er komt en andere dingen om te doen in Sapa.
Ga jij het schilderachtige Sapa ook verkennen?
Leuk om te lezen! Ik kan niet wachten, wi starten 5 April met onze 14 maanden durende reis om te beginnen met de Filipijnen. Na je blogs wil ik ook zeker naar Sapa!
Groetjes, Nadine
14 maanden, lekker hoor!
Sapa is zeker een aanrader ja 🙂 . Vergeet ook zeker niet om daarna naar Ha Giang te gaan.
Fijne reis.