Na Labuan Bajo is Ruteng een logische bestemming om toe te voegen aan je reis over Flores. Het door heuvels omringde dorpje zelf is overigens niet zo spannend, maar de omgeving is meer dan de moeite waard. Huur een scooter en ontdek hoe mooi de regio is. Je vindt er schitterende rijstterrassen, watervallen en primitieve dorpjes waar mensen je met een grote glimlach zullen begroeten.
En wist je dat de meeste mensen Ruteng slechts bezoeken vanwege de beroemde spinnenweb-rijstvelden, terwijl er veel meer te zien valt?
Het fijne is bovendien het relatief koele klimaat wat er heerst. Dit is zoveel fijner dan het snikhete Labuan Bajo, als je het mij vraagt tenminste. De verklaring? Ruteng ligt op zo’n 1.200 meter hoogte. In de meeste accommodaties vind je daarom geen airco’s of ventilatoren, ze zijn simpelweg overbodig.
Reis jij binnenkort naar Ruteng? Lees dan even verder, want in deze minigids deel ik m’n belangrijkste tips en mooiste ervaringen met je.
1. Bezoek de schitterende rijstterrassen rondom Ruteng
De meest bezochte rijstvelden die je buiten Ruteng hebt zijn zonder twijfel de Lingko Spider Web Rice Fields, tevens bekend als de ‘Cancar Rice Fields’. Het nadeel hiervan is dat het er vaak nogal druk is. Om spinnenweb-rijstvelden te zien, hoef je echter niet perse richting Cancar te rijden. Rond Ruteng vind je er namelijk talloze.
Wat ik persoonlijk alleen indrukwekkender vond, was een wandeling in een vallei vol rijstterrassen vlakbij de kleine luchthaven van Ruteng. Boven parkeerde ik de scooter en op de bonnefooi liep ik naar beneden waar ik ineens in een geweldige omgeving terechtkwam.
Twee vrouwtjes die in de rijstvelden aan het werk waren adviseerden me om verder af te zakken, en kort daarna zag ik zes andere rijst-plukkende-vrouwen in de modder ploeteren. Aan hun blikken en gedragingen kon ik direct afleiden dat hier niet of nauwelijks toeristen komen. Lachend vroegen ze aan me of ik een foto van ze wilde maken.
Toen ik een moment later zo ongeveer op het laagste punt in de vallei stond, was het uitzicht op de felgroene terrassen ronduit adembenemend.
2. Rijd naar de Tengku Lese Waterfall
Een ander hoogtepunt om vanuit Ruteng te bezoeken is de Tengku Lese Waterfall, die op zo’n 1,5 tot 2 uur rijden van het centrum ligt. Ze is lokaal ook bekend onder de naam ‘Cunca Lega’.
Het is overigens niet alleen een hoogtepunt vanwege de waterval zelf, maar eigenlijk met name door het avontuur wat je moet aangaan om er te komen. Zowel Google Maps als Maps.me lieten me in de steek, waardoor ik in het gehucht Tengku Lese aan locals de weg heb moeten vragen.
Onderweg kreeg ik behoorlijke trek, alleen was er in de verste verte geen warung te bekennen om iets te eten. Dit is sowieso iets om rekening mee te houden wanneer je de omgeving van Ruteng gaat verkennen. Neem dus telkens voldoende snacks, water en eventueel een beetje rijst mee. Én lange mouwen, indien je ’s avonds rijdt. Want geloof me, die heb je echt nodig.
Een onverwachte uitnodiging bij locals thuis
Toen ik bij een houten huisje stopte om de weg te vragen, nodigden de mensen me uit of koffie te komen drinken en rijst te eten. En daar was ik onwijs blij mee, want ik voelde aan alles dat ik brandstof nodig had. Eenmaal binnen, werden er stoeltjes tegenover me gezet en bekeek iedereen me non-stop. Ze waren zó blij om me te ontvangen, echt super om mee te maken.
Toen ik de koffie van de vrouw kreeg, bedacht ik me dat ik had moeten zeggen “Tanpa gula,” wat ‘zonder suiker’ betekent. Doe je dit niet, dan kun je een mierzoete variant verwachten. Die kreeg ik dus ook. Gelukkig maakte ze met alle liefde een nieuw suikervrij bakje voor me.
Het staren ging door tot ik de laatste hap genomen had. Als toerist, en zeker wanneer je lang blond haar hebt en drie koppen groter bent dan de gemiddelde local, blijf je toch een bezienswaardigheid hè 😀 .
Op het eind maakten we een foto, waarbij de meeste kinderen keihard wegrenden aangezien ze te verlegen waren. De man die me had uitgenodigd, vertelde me dat ik vanaf z’n huis nog ongeveer een half uur moest rijden om bij de waterval te komen.
Met een unieke ervaring rijker vertrok ik die kant op.
Via de rijstterrassen naar de waterval
Na een bochtige tocht over veelal slechte wegen, kwam ik uiteindelijk bij de parkeerplaats om de scooter neer te zetten. Vanuit daar wandel je naar beneden, waarna je in een landschap komt dat zonder te overdrijven zo uit een sprookje lijkt te komen. Felle rijstvelden en -terrassen wisselen elkaar af, zowel in de kleuren groen als geel.
Vervolgens loop je over een zanderig pad omhoog, en via een pad met daarnaast diepe afgronden beland je tenslotte bij de waterval waar je even lekker kunt afkoelen. Een reisgenootje (@tinaedenae) van me maakte deze foto:
Grote kans trouwens dat je gevolgd wordt door meerdere enthousiaste kinderen. Ze vinden het fantastisch om je als buitenlander in hun dorpje te ontvangen en je de weg te wijzen.
Afsluiten met een tropische bui
De eerste en de enige keer regenbui die ik op Flores heb meegemaakt, bleek meteen een vrij hevige. Boven me pakten donkere wolken zich samen en langzaam begon het nat te worden. Daarna volgde een tropische stortbui die ik nog maar weinig gezien heb.
Ik schuilde bij een woning waar ik langskwam. Grappig om te zien was dat de bewoners al het water in emmers en bakken opvingen, een jongetje begon zich er zelfs in te douchen. Met zeep en al. Dit is dus het echte lokale leven 😀 .
Na een dik uur was het nagenoeg droog en kon ik eindelijk verdergaan met de lange en inspannende rit naar Ruteng.
3. Maak een praatje met lokale studenten
In Ruteng barst het van de scholieren die je aanspreken om hun Engels bij te spijkeren. Ze willen met je meelopen, samen met je eten en zullen je van alles vragen. De afsluiting is meestal dat ze je een schriftje geven om je naam en handtekening in te zetten.
Leuk om te ervaren, al heb je er niet altijd zin in. Bijvoorbeeld na een dag op verre van eenvoudige wegen gereden te hebben. Maar ach, het is meestal een paar minuten en je helpt ze er erg mee.
Weet sowieso dat je als toerist de grootste aandachtstrekker zal zijn in Ruteng. Ik werd aan de lopende band aangekeken, begroet en zo nu en dan uitgenodigd voor een praatje. De geijkte vraag is hoe dan ook: “Mau ke mana,” oftewel “Waar ga je naartoe.” Maar dit is eigenlijk overal in Indonesië het geval.
4. Verwen jezelf in een supermooi resort
Comfortabele slaapplekken blijken in Ruteng schaars. In het drukke centrum heb je eigenlijk continu geluidsoverlast van het lawaaierige verkeer, en na een uitputtende rit vanuit Labuan Bajo was dat het laatste waar ik zin in had.
Heb jij ook behoefte aan wat rust en luxe, kijk dan eens bij Spring Hill Bungalow. Dit is ongetwijfeld de beste en mooiste accommodatie die je in Ruteng zult vinden.
Het indrukwekkende complex bestaat uit een mooi aangelegde tuin, vijvers waarin allerlei grote vissen zwemmen en kamers gebouwd in traditionele stijl. De bedden liggen heerlijk en het ontbijt is een van de betere die ik op Flores heb gehad. Iedere dag is er een buffet met een ruime keuze. Ook Westerse dingen zoals een pot Nutella, pindakaas, cornflakes en havermout. Bovendien worden er verse eitjes en pannenkoeken voor je gebakken. Zoveel je wilt 🙂 .
Het enige nadeel wat ik kan bedenken aan de kamer, is de relatief dunne muur die van hout is. Wanneer je iemand naast je hebt zitten die tv kijkt, zal je dit helaas horen. Maar goed, ik heb er gelukkig geen last van gehad.
Een low-budget-tip is de Sun Rice Homestay, even buiten Ruteng. Je verblijft hier in de natuur en eigenaar Jeff is een superaardige kerel. De dag erop neemt hij je mee de rijstvelden in en maak je een schitterende wandeling.
5. Neem een kijkje op de traditionele markt
Iedere dag wordt in het centrum een traditionele markt gehouden waar de inwoners bijeenkomen om hun dagelijkse inkopen te doen. In tegenstelling tot de meeste markten in Indonesië, is deze levendige markt de hele dag geopend. Je hoeft er dus niet vroeg voor uit je bed. Maar let op: er hangt een indringende visgeur, al zal je dat niet verbazen.
6. Eet lekkere streetfood
In de avond, zo vanaf een uur of zes, worden stalletjes opgezet door locals, meestal Javanezen. Ze koken er heerlijke streetfood voor je. Je moet zijn in de straat waar Rumah Makan Sindang Roso te vinden is, een zijweg van Jalan Montang Rua.
Wat wordt er zoal gemaakt? Uiteraard ‘nasi goreng’ en ‘lalapan’, maar bijvoorbeeld ook ‘pisang goreng coklat’. Dit is gefrituurde banaan met chocola.
En ik heb het in andere artikelen al eens gezegd: probeer zeker ‘martabak manis’ en ‘martabak telor’. De eerste is een soort dikke pannenkoek met beleg naar keuze, ik neem altijd geraspte pinda’s en hagelslag. Martabak telor is een mengels van ei, een beetje groenten en eventueel vlees, dat men vervolgens onderdompelt in olie tot het geheel lekker krokant wordt.
De inwoners van Ruteng komen massaal op deze plek af, waardoor het erg gezellig wordt.
Voor veel groenten moet je op deze gezellige avondbijeenkomst trouwens niet zijn. Die kun je beter op de eerdergenoemde markt of bij een van de kleine zaakjes kopen.
7. Start je dag bij Alline Cafe House
Mocht je zin hebben in een lekkere (ijs)koffie, dan heb je in Ruteng weinig keuze. Espresso-apparaten zijn er immers schaars, het koste me daarom wat moeite om een goede spot te vinden. Een plek met goede koffie is het Alline Cafe House. Van buiten ziet het zaakje er niet al te gezellig uit, maar de lekkere smaak van de espresso maakt een hoop goed.
Een andere aanrader voor een shot cafeïne is Kopi Mane.
Is de Hobbit Cave de moeite waard?
In 2013 troffen archeologen een bijna compleet skelet van een zogenoemde Hobbit aan in de de Liang Bua Cave, oftewel de Hobbit Cave. Zoiets hoor je niet elke dag. Bij de Liang Bua Cave is een klein museum om verdere informatie in te winnen én je kunt er het skelet bekijken.
Echter, de grot zelf is niet zo bijzonder, waardoor ik ‘m alleen zou bezoeken indien je geïnteresseerd bent in archeologische vondsten. Je bent al snel 1,5 uur onderweg, en het zou zonde zijn als je zo’n eind rijdt en verkeerde verwachtingen hebt.
Vervolg je reis naar Bajawa of Wae Rebo
Een erg leuke plek om je reis naartoe te vervolgen is Bajawa. Een andere optie is om een uitstapje te maken richting het traditionele dorpje Wae Rebo. Om daar te komen, zal je een driver moeten boeken of zelf naar het plaatsje Denge dienen te rijden. Denge is namelijk de plaats waar de paar uur durende hike begint, de hike die eindigt in Wae Rebo.
Reis je de andere kant op, dan is Labuan Bajo een logische bestemming om heen te gaan.
