Nadat ik de Bromo-vulkaan heb beklommen, ben ik rustig teruggereisd naar Surabaya. Even chill een paar dagen rust om daarna verder te gaan naar Banyuwangi. De plaats die als uitvalsbasis dient voor een bezoek aan Ijen, nog zo’n indrukwekkende vulkaan op Java.
Strikt genomen is Ijen trouwens een vulkanencomplex, bestaande uit de bergen Ijen, Raung, Merapi en Suket. De eerstgenoemde heb ik beklommen.
In het komende verhaal vertel ik je alles over mijn ervaringen op en rond deze berg. Het werd een avontuur dat precies om 12 uur ’s-nachts begon. Zonder slaap en zonder gids, maar met blauw vuur.
Als slapen voor mietjes is, dan ben ik er vast een
Met de wetenschap dat ik vanavond om 12 uur word opgehaald voor een anderhalf tot twee uur durende scooter-rit naar de Ijen-vulkaan, besluit ik om vroeg m’n bed op te zoeken. Maar goed, als je niet echt moe bent en continu met het komende avontuur op die voorgenoemde berg in je hoofd zit, is in slaap vallen een lastig verhaal kan ik je melden.
Het is kwestie van ogen sluiten en proberen weg te vallen. Op een geven moment is het al halfelf en weet ik dat dit weinig nut meer gaat hebben. Als iets ‘moet’ lukt het vaak juist niet.
Dan val ik alsnog in slaap, maar kort daarop word ik gewekt. Inderdaad, het is tijd om te gaan. Weet je wel hoe moe ik ben? Naja, er is geen andere mogelijkheid dan te gaan. Dan maar door de zure appel bijten. Of laat ik zeggen: appels.
Ik koop nog even wat pinda’s en een fles water. Beide verwacht ik de komende uren behoorlijk nodig te hebben namelijk.
Waar ben ik aan begonnen?
Wanneer ik aan de jongen die me wegbrengt vraag hoelang het ritje gaat duren, krijg ik een duidelijk antwoord: twee uur. Ik hoop dat deze Indonesiër het, zoals zoveel andere landgenoten van hem, verkeerd inschat en het allemaal iets korter uitvalt.
Op een geven moment gaan we bergopwaarts en belanden we in de regen. Of is het vocht van de wolken waar we doorheen rijden? Naja, ik ben er wel uit dat het een behoorlijke bui is. Hopelijk trekt deze ellende weg, anders is het een totaal verkeerde nacht om aan de klim te beginnen.
Iemand uit mijn guesthouse is toevallig gisterenavond geweest en vertelde me vanochtend per briefje onder de deur dat het geregend had. Hierdoor was het slipperig en de zichtbaarheid vrijwel nihil.
Terug naar nu. Hoe hoger we komen, hoe droger het verrassend genoeg lijkt te worden.
Na anderhalf uur komen we aan. Toch een stuk sneller dan voorspeld werd. De poncho’s die verkocht worden, verwacht ik niet nodig te hebben. Ik neem afscheid van de scootertaxi-bestuurder en verdwijn letterlijk in de donkerte van de nacht.
Onverwachts warm
Voordat ik de weg omhoog inzet, gooi ik nog wat pinda’s naar binnen. Na me zowel mentaal als fysiek enigszins te hebben opgeladen, sta ik maar eens op.
Ik loop naar wat de ingang lijkt. Daar wordt direct om een ticket gevraagd. Dit toegangsbewijs blijk ik een stukje terug te kunnen kopen. Buitenlanders betalen liefst twintig keer zoveel als Indonesiërs. Buitenproportioneel wanneer je het mij vraagt, maar omgerekend is zo’n 7 euro nog altijd geen slechte prijs denk ik.
Met de zaklamp in mijn linkerhand begin ik om iets na halftwee aan de weg omhoog. Ongeveer een uur hiken, indien ik de berichten moet geloven. Het valt me op dat ik de enige ben die deze tocht alleen doe. Althans, als ik afga op wat ik om me heen zien. Voornamelijk (kleine) groepen of stelletjes met een gids.
Zo nu en dan trek ik een sprintje. Om snel te zijn, maar ook om mijn lichaam een energieboost te geven. Want die moeheid voel ik behoorlijk.
En ja, ik begin te zweten. Sowieso is het verre van koud. Inmiddels heb ik m’n trui verruild voor een veel fijnere tanktop. Af en toe is het trouwens behoorlijk steil, al valt het allemaal best mee.
Op sommige plekken zie ik karretjes staan met daarbij een man die “taxi” roept. Dit meen je niet?, is wat ik denk. Toch is het zo.
Uitrusten
Dan kom ik aan bij wat op een soort basiskamp lijkt. Wel lekker moet ik zeggen. Even zitten. Voor me zit een grote groep Turkse vrouwen, uiteraard in Islamitische kledij. Dat is hier alleen weinig bijzonder, aangezien Indonesië het grootste Moslimland ter wereld is. Ze groeten me vriendelijk, waarna ik m’n hand opsteek en teruglach.
Een gids begint tegen me te praten. De bekende vragen zoals waar ik vandaan kom, of ik alleen ben en dingen over mijn reisplanning. Als ik voor wat betreft dat laatste zeg eigenlijk nauwelijks te plannen, lijkt de man me nauwelijks te begrijpen.
Ook heb ik een vraag voor hem: waar moet ik mijn gasmasker opdoen? Oftewel: waar wordt het schadelijk? Bovenaan, zo stelt hij me gerust. En die weg naar boven is nog ongeveer drie kwartier lopen.
Hij en z’n groep vertrekken. Ik pak nog even vijf minuten rust. Geen gepraat, alleen rondkijken en ontspannen. Daarna vertrek ik. Net voor de eerder genoemde Turkse dames, die in een, op z’n zachtst gezegd, erg rustig tempo wandelen.
Het mysterieuze blauwe vuur
Uiteindelijk is de wandeling naar de top langer dan een uur. Ik heb de tijd niet bijgehouden, maar ik houd het liever op ongeveer het dubbele. Inclusief pauze, dat wel. Maar tevens in redelijke sneltreinvaart.
Ik passeer dezelfde gids en z’n groep die ik enkele minuten daarvoor bij het basiskamp heb gesproken. Als ik zeker weet alleen te zijn, neem ik een korte plaspauze. Moet ook gebeuren hè.
Voor me hoor ik iemand flink rochelen. Het is een mijnwerker. “Are you OK?”, is wat ik vraag. De man lacht vriendelijk. Wanneer ik even later verneem dat deze harde werkers slechts 1.000 rupiah per kilo naar boven gebrachte zwavel ontvangen, geloof ik niet wat ik hoor.
Weet je hoe weinig dit is? Nou, om precies te zijn iets van zes eurocent.
Eenmaal boven, is er een splitsing. Rechtdoor en naar rechts. Voor de zekerheid vraag ik de weg. Rechtdoor en vervolgens naar beneden is de route die loopt naar het blauwe vuur. Een natuurwonder dat ik maar al te graag wil zien.
Al met al blijkt dit ook nog een dikke kilometer te zijn. Gelukkig loopt er een redelijk goed pad, al moet er soms over rotsen geklauterd worden. Inmiddels heb ik overigens mijn masker opgezet, het begint namelijk behoorlijk te stinken.
Er komt een zwaar hijgende man met tig kilo’s zwavelsteen tillend op me aflopen. Ik geef hem wat geld. Het is namelijk een mijnwerker. Iemand die op z’n zachtst gezegd nogal onderbetaald wordt. Hij biedt me een souvenir aan, maar ik maak duidelijk hem graag vrijblijvend help. De dankbaarheid van de man raakt me diep.
In de verte zie ik waarvoor ik hier ben: een immens zwavelwolk met daarin een opzienbarende blauwe gloed. Eerlijk gezegd had ik er meer van verwacht, maar bijzonder is het op z’n minst. Als ik het blauwe vuur nader, zie ik wederom enkele mijnwerkers druk aan het werk. Ze hakken het goudkleurende gesteente van de berg af en laden hun manden helemaal vol.
Ik probeer zo dicht mogelijk bij dit natuurspektakel te komen om de best mogelijke foto te maken. Een daarvan is deze:
Tijd om terug naar boven te gaan. Ik wil immers de zonsondergang en het prachtige turquoise gekleurde meer vanaf het hoogste punt bekijken. Hetzelfde meer ligt trouwens vlakbij waar ik nu ben, blij het blauwe vuur, zou ik later horen.
Ik moet behoorlijk hoesten. Volgens mij heb ik het masker niet helemaal op de juiste manier gebruikt, al kan je er op het oog weinig fout mee doen. Maar goed.
Verblind door de wolken, maar dan…
Het barst van de mensen die nog af moeten dalen. Velen van hen met klimstokken, flink hijgend en met enige schrik. Die gaan de zonsopkomst dus missen als ik het goed begrijp. Aangezien het nog best een eind is, besluit ik het tempo te verhogen.
Aangezien ik niet zeker weet of ik op het juiste pad zit, vraag ik aan een groep locals, waar ik eerder langs ben gekomen, of ik wel goed zit. Dat blijkt zo te zijn.
Via een prima begaanbaar pad wat door de bossen loopt, beland ik op het punt waar verder gaan onmogelijk is. Er zit slechts een man of tien half slapend te wachten op de opkomende zon. Het is voor het eerst dat ik het koud begin te krijgen. Ik zal nog bijna een uur moeten wachten, aangezien het net na halfvijf is.
Ik pak m’n telefoon erbij om wat foto’s te maken. En jawel, de 1% is zichtbaar. Het resterende batterijpercentage. Kutzooi! Net nu ik op het mooiste punt ben aangekomen. Wordt het meer goed zicht zichtbaar? Wanneer? En heb ik nog genoeg tijd om dit mogelijke spektakel vast te leggen?
Overigens ben ik niet de enige die het redelijk koud heeft. Enkele locals blijken er zelfs behoorlijk erg aan toe. Ik vertel ze dat de kou bovenop de Rinjani-vulkaan vele malen erger is. Erg veel hebben ze daar natuurlijk niet aan, al moeten ze er om lachen.
Het moment is daar. Het licht van de zon wordt zichtbaar boven de horizon. Een gedeelte van de lucht kleurt roze:
De zon zelf zweeft ergens achter de berg. Toch blijven dit soort moment altijd iets magisch hebben. Het voelt steeds weer als een beloning, wanneer je zo’n inspanning hebt geleverd.
Achter me zie ik alleen maar bewolking:
Hopelijk trekt die witgrijze massa nog weg, want dit is namelijk de plek waar het kratermeer in ‘normale’ omstandigheden zichtbaar is.
En gelukkig is dit het geval. Werkelijkwaar uit het niets.
Mijn telefoon heeft het inmiddels begeven. Net nu de wolken verdwijnen en het intens groenblauwe meer nagenoeg volledig te zien is. Dit is serieus echt prachtig. De vele mensen die al verdwenen zijn, hebben te vroeg hun conclusies getrokken. Wat baal ik ervan geen foto’s te kunnen maken. Maar ja, het is zoals het is.
Een diepgaand gesprek op grote hoogte
Op de rand van de afgrond raak ik aan de praat met een lokale jongen van Islamitische afkomst. Een Belg voegt zich bij het gesprek. Ik vraag aan hem of ik z’n telefoon mag lenen om enkele foto’s voor op mijn blog te kunnen maken. Zo ben ik alsnog uit de brand geholpen.
Met z’n drieën raken we in een gesprek over religie. Zo blijf ik het verbazend vinden hoe men in de Islam aankijkt tegen een onderwerp homoseksualiteit. En het feit dat je als vrouw volledig bedekt moet zwemmen. Maar ook de luide wijze waarop gebeden wordt. Luid door de aanwezige speakers op de moskeeën.
Ik zeg tegen hem dat dergelijke speakers in bijvoorbeeld Nederland niet zijn toegestaan. En tevens dat je seksuele geaardheid geen keuze is. Althans, zo zie ik het.
Hoe ziet hij dergelijke zaken als Moslim? Moet je alles zomaar aannemen, of is het wellicht goed om sommige dingen vanuit een ander perspectief te bekijken?
Hij blijkt redelijk open minded en geeft toe af en toe best wel vragen te stellen bij wat de Koran hem voorschrijft. Al stelt hij ook meteen dat homoseksuele gevoelens vooral voortkomen uit de situatie waarin hij -de man- slechte ervaringen heeft tijdens een vorige relatie met een vrouw. Zodoende is het dus alsnog een keuze volgens hem, al zie ik de twijfel in z’n ogen.
Voor de duidelijkheid: ik heb respect voor iedereen en iedere religie en op de gedragingen in het Westen is ook zeker een hoop aan te merken. Maar wat mij betreft is het helemaal niet verkeerd als je bepaalde zaken of beweringen in vraag stelt, in plaats van alles klakkeloos aan te nemen.
Spoorloos verdwenen
Inmiddels wandelen we via het werkelijk oogstrelende landschap in een rustig tempo terug naar de ingang, die helaas nog een behoorlijk stuk bij ons vandaan is. Daarom besluit ik het sneller te gaan doen, ik ben zo moe dat ik maar een ding wil: slapen. Van langzaam lopen word ik alleen maar lomer. Bovendien staat er ook nog anderhalf uur op de scooter in het vooruitzicht.
Het zal met de vermoeidheid te maken hebben, maar we hebben ons helemaal niet aan elkaar voorgesteld. Dit realiseer ik me pas als ik de twee al uit oog verloren ben. Vervelend, aangezien ik enkele schitterende foto’s met de telefoon van de eerder aangehaalde Belg gemaakt heb.
Een pluspunt is de ingang die in zicht gekomen is. Daar wacht de bestuurder die me vannacht heeft afgezet. Geslapen heeft hij niet, iets dat goed te zien is. Ik speel met de gedachte of het wel verstandig is om bij hem achterop te gaan zitten, maar laat het maar voor wat het is.
Ik vraag aan hem of we nog een kwartiertje kunnen wachten op de twee jongens die ik heb ontmoet. Dan zullen ze wel beneden zijn neem ik aan.
Zitten en oppassen dat ik niet in slaap val.
Maar nee, geen van hen is zichtbaar. Daarom neem ik de beslissing om ze zelf te zoeken. Waar ik de energie vandaan haal mag God weten, maar het lukt me om rennend naar boven te gaan. Mensen kijken me aan alsof ik gek ben, uiteraard niet wetende wat mijn missie is.
Bij iedere bocht hoop ik de twee tegen te komen. Maar telkens word ik teleurgesteld. “Ongelofelijk!”, roep ik meerdere keren. Waar the hell zijn ze gebleven? Ik doe verwoede pogingen en schreeuw enkele keren. Als men al niet dacht dat ik gek was, denkt men het nu vast en zeker.
Na een half uur geef ik het op. Het is simpelweg onmogelijk dat ze hier nog ergens aan het wandelen zijn. Verder wil ik voorkomen om vermoeide de scooter-chauffeur nog langer te laten wachten. Ik trek nog even m’n lange broek uit, aangezien het broeiend warm begint te worden en ik toch een kortere eronder aanheb. Teleurgesteld en met enig onbegrip zet ik een sprint in naar het begin.
Het is al halfnegen en dan ook tijd om te gaan. Ik voel geen energie meer en m’n ogen prikken. Kapot en verslagen. Alsof ik op de weg terug ben van een slopend housefeest. Wat een nacht was dit. In allerlei opzichten.
***
PS. De foto die boven dit artikel staat, heb ik van een reisgenoot die de tocht een week eerder heeft gedaan. Zo heb je toch nog een idee hoe onwijs mooi het kratermeer eruitziet. Om precies te zijn zo:
Overigens is deze foto niet genomen vanaf het hoogste punt waar ik ben geweest, maar helemaal beneden. Ik mocht meer foto’s gebruiken voor mijn blog, al heb ik besloten om dit niet te doen. Immers, het is nou eenmaal zo dat je in sommige situaties pech hebt. In mijn geval bedoel ik daarmee zonder camera komen te zitten. Ook zoiets hoort erbij. In zo’n situatie heb ik geen zin om de zaken anders weer te geven dan ik in werkelijkheid heb meegemaakt.
Ga jij backpacken in Indonesië?
Laat mij je dan helpen. Tenminste, als jij het maximale uit je reis wilt halen 🙂 .
Samen met verschillende Indonesië-experts heb ik namelijk een ultieme backpackgids speciaal voor Indonesië ontwikkeld. Het is een prachtige gids geworden vol met routes, insider-tips en inspiratie.
Onder meer de volgende dingen komen aan bod:
Cruciale informatie voor je vertrekt.
Tips waar je als backpacker moet zijn, maar ook waar beter niet.
Per bestemming bespreken we de mooiste bezienswaardigheden en de leukste activiteiten.
Veelzijdige routes die bovendien zijn aan te passen aan jouw specifieke wensen.
Iedere route is voorzien van een handig routekaartje, inclusief tips hoelang ergens te blijven.
Handige schema’s waarin je ziet hoelang het duurt om van de ene naar de andere plek te reizen.
Adviezen voor transport, om geld te besparen en om zo veilig mogelijk op pad te gaan.
52 extra tips om het maximale uit je reis te halen.
Wil jij meer weten over deze ultieme gids voor Indonesië-reizigers?
Ga jij ook backpacken in andere delen van Azië?
Dan ga ik je graag helpen 🙂 . Samen met een team van Azië-kenners heb ik Backpackgids Azië ontwikkeld. De missie is duidelijk: zorgen dat jouw reis een groot succes wordt.
Onder meer de volgende issues komen aan bod:
Hoe stippel ik een route uit? Welke route(s) kan ik volgen?
Hoe kan ik kosten besparen en toch maximaal genieten?
Hoe blijf ik veilig en gezond tijdens mijn reis?
Waar moet ik als backpacker zijn?
Welke cruciale dingen mag ik niet vergeten voor ik vertrek?
Welke accommodatie past bij mij?
Wil jij meer weten over het meest complete Nederlandstalige backpackpakket voor Azië-reizigers?
Hoi Robbert
bedankt voor het delen van je ervaringen en kennis. Ik vertrek heel binnenkort naar Thailand en buurlanden en was benieuwd of er daar ecodorpen zijn en of duurzame projecten. Ik wil ook graag info over lokaties waar paarden zijn. ( gewoon zijn niet om op te rijden)
Mijn vragen sluiten niet helemaal aan op dit artikel sorry daarvoor 🙂
Hoi Nadja,
Daar weet ik eerlijk gezegd niet zoveel van. Moet wel zeggen dat er, op sommige ‘horseback riding clubs’, weinig paarden zijn in Thailand.
Hi Robbert,
Leuke site! Ik wil dit jaar graag Java en Sulawesi bezoeken. Valt me wel tegen om genoeg info te vinden, voor Thailand was het veel makkelijker.Daarom is het erg fijn dat deze blogs bestaan! Top!
Zeker voor Sulawesi is dat lastig ja. Echt een geweldig eiland 🙂 !
Hi Robbert,
Wat een avontuur op de Ijen! Ik heb de Bromo al is bezocht en wil nu graag ook een andere vulkaan bezoeken op Java, en ik zat te denken aan de Ijen. Alles bij elkaar genomen, zou je het aanraden/is het de tijd waard?
Groet,
Jesse
Nou zeer zeker ja! Ik vond het ERG indrukwekkend. Echt doen hoor.
Hoi Robert ik heb deze vulkaan in 1998 bezocht en ik kan mijn een aantal zaken herinneren uit jouw verhaal. De stank(toen nog geen gasmaskers maar een natte doek voor de mond en neus),de zwaveldragers(enorm respekt) en de klim naar boven in de nacht zonder gids en dergelijke maar toen wel alleen en geen enkele toerist te bekennen.Die trip zal me altijd bijblijven. Respekt man en bedankt voor de verhalen.
Wow! Dat is al even geleden. Moet toen, zo zonder toeristen, helemaal een geweldig avontuur geweest zijn.
Ik heb wel gelachen hoor om je blog hahaha. ik ga over 2 weekjes bromo en Ijen doen 🙂
😀