Vanochtend werd ik om tien over vijf wakker en buiten was het pikkedonker. Ik heb dit dus al sinds een paar weken, het tussen vijf en zes wakker worden. Vervelend zou je denken, maar ik vind het juist heerlijk. Vooral omdat ik uitgeslapen wakker word, terwijl ik normaal gesproken nog uren zou moeten slapen om mezelf fit te voelen. En hoe fijn is het om zulke lange dagen te hebben?
Het is denk ik wat het leven op een eiland met me doet. De natuur en de rust maken dat ik me beter voel dan ooit. ’s Ochtends lees ik boeken op het zitgedeelte van de buitenkeuken, met een koffie erbij en de ontwakende natuur om me heen. Echt puur genieten. De vroege ochtend is zoiets bijzonders, en soms zelfs bijna magisch. Daarna ga ik meestal naar het strand om te zwemmen en handstands te doen. En zeewater hè, daar krijg je echt instant energie van.
Deze ochtend begon ik in alle vroegte met mediteren, en voor het eerst ook ademhalingsoefeningen om mijn serotonine te stimuleren . Naderhand heb ik een podcast gecheckt, terwijl de zon langzaam begon te rijzen.
Om iets voor zeven was de kust veilig om naar buiten te lopen. Daarmee bedoel ik dat de meeste muggen verdwenen zijn als het licht wordt. Het eiland barst namelijk van deze venijnige stekers, in allerlei vormen en maten.
Voor ik de deur uitstapte zette ik nog eventjes de jungle-woning aan beide kanten open. Altijd goed om het even door te laten tochten, zeker op Koh Lanta waar de luchtvochtigheid minimaal 75% is.
Via het door gras overwoekerde zandpad wandelde ik naar de keuken om daar het gebruikelijke ochtendritueel uit te voeren. Na de mokka-pot op de kookplaat gezet te hebben ging ik op de strandstoel zitten om verder te lezen in Een Nieuwe Aarde van Eckhart Tolle.
Dit boek vol openbaringen heb ik in 2018 in Nieuw-Zeeland al eens in het Engels gelezen, en het is zo’n typisch boek waarin je telkens weer nieuwe wijsheden tegenkomt, en waar je meer van begrijpt naarmate je ouder en ‘wakkerder’ of meer bewust wordt.
Een mooie quote is de volgende:
“We zijn een soort die de weg kwijt is. We zouden van alles in de natuur, van elke bloem, elk dier, belangrijke dingen kunnen leren als we maar stil zouden blijven staan om te kijken en te luisteren.”
Juist op het moment toen ik mijn ogen over deze quote liet rollen hoorde ik geritsel in het oerwoud achter me. Vervolgens keek ik om, maar zag -behalve een kleine vogel die onmogelijk dit geluid kon veroorzaken- helemaal niks. Het kon ook de wind zijn, al leek die kans me vrijwel nihil.
Ik las verder, en het geluid van tegen elkaar slaande takken en bladeren werd intenser en duidelijk dichterbij te horen. Alsof er apen in de bomen aan het slingeren waren. Alweer kon ik niks zien, al bleef ik kijken, hopend op apen of andere bijzondere wezentjes.
Mijn blik dwaalde af naar boven, want daar was beweging zichtbaar. Ik scande een voor een de verschillende bomen af en plotseling zag ik een makaak via een overhangende tak naar beneden glijden. Daarna ging het grijze beestje rustig zitten om langs de bladeren naar me te spieken. Ik moest meteen terugdenken aan de quote die ik zojuist had gelezen.
Gewoon even kijken en luisteren dus. Zonder gedachten. Bijna meditatief. De nieuwsgierige apenogen bleven naar me staren, net of hij me wat wilde vertellen. Zijn gelaat had iets schattigs en stiekems tegelijk. Ik voelde dat er een lach op mijn gezicht verscheen. Pure blijheid in al z’n eenvoud. Tegelijkertijd kwamen er nog twee andere apen tevoorschijn in de omringende bomen, waarbij eentje de ander aanrandde en het slachtoffer daar duidelijk niet van gediend was. Daarop verdwenen ze haastig in de bossen, ze leken wel op de vlucht of zo.
Inmiddels vond ik het tijd om ontbijt te maken, en ik dacht aan pannenkoekjes van banaan, kokosmelk, kokosvlees en havermout. Gisteren had ik bij een lokale fruitkraam net een kilo bananen ingeslagen, die al perfect geel waren en daarmee lekker zoet van smaak. Om de mieren zoveel mogelijk te weren had ik het trosje aan het houten kledingrek gehangen, dat bij binnenkomst links tegen de muur staat.
Terug bij de massieve houten deur van m’n huisje zag ik tot mijn verbazing een geelzwarte bananenschil voor de opening liggen. Een niet-kloppend gevoel schoot door me heen; ik kon me simpelweg niet herinneren een banaan gegeten te hebben en zou de schil bovendien nooit voor de deur weggooien.
Toen keek ik naar binnen en het viel me op dat de tros bananen pleite was. Verder zag ik rotzooi op de vloer liggen, alsof er iemand zojuist had huisgehouden. Even begreep ik er niks van, al duurde dit maar kort. Het waren de apen geweest natuurlijk, waarvan er een me net zo lang heeft zitten aangapen vanuit de boom.
Die wilde me dus inderdaad wat vertellen. Dat hij net heerlijk gegeten had en of er misschien nog iets te snaaien viel.
Mijn eerste gedachte: serieus, is dit me echt overkomen?
Secondes erna moest ik van binnen lachen. Wat een stiekemerds zijn het ook hè! Ben je effe buiten en dan weten ze alles direct te vinden. Het zijn net dieven die in een mum van tijd de perfecte inbraak plegen.
Daarna kickte mijn ratio in: oh fuck! Hopelijk is het bij de bananen gebleven en hebben ze niet meer geplunderd.
Je kent vast wel die verhalen waarin apen telefoons en andere elektronica meenemen, of schudden en kapotslaan in de hoop dat er iets eetbaars uitvalt. Een horrorscenario wat nu ineens heel dichtbij leek.
Ietwat angstig boog ik me om de hoek en keek naar het bed waarop de laptop zou moeten liggen.
En gelukkig, die lag er nog. Hetzelfde gold voor andere waardevolle spullen zoals een tasje geld en een zonnebril. Het had dus vele malen erger kunnen aflopen. Gelukkig hadden ze slechts de bananen plus een kleine tomaat gejat. In een andere tomaat stonden tandafdrukken. De omgevallen stazak met havermout hebben ze sowieso vastgehad, maar ze voelden waarschijnlijk aan hun water dat ze snel de benen moesten nemen.
Nog altijd niet helemaal bevattend wat me net overkomen was ging ik wederom een kijkje nemen bij de keuken. De apen waren intussen echter vetrokken, met een kilo bananen achter hun kiezen.
Terugkomend op het boek heb ik absoluut een les geleerd: apen zijn net als alle dieren puur en ongefilterd, maar voortaan zal ik de deur niet meer open laten staan haha.
Nu kon ik dan eindelijk gaan ontbijten. Al besefte ik me gek genoeg pas op dit moment dat bananenpannenkoeken er even niet inzaten.