Ik en Juliet zijn onderweg naar Pergasingan Hill, een van Lomboks geheimen. Aangezien de routeplanner ons ergens in Noord-Lombok in de steek laat, hebben we geen idee waar we naartoe moeten. Gek genoeg lijkt niemand hier bovendien ooit van de berg gehoord te hebben.
Is dit geheim dan misschien zo goed bewaard gebleven dat zelfs de locals er niets van weten?
Tot we na een poosje door iemand bij een knalgroene moskee met gele accenten worden getipt, en we na diverse foute keuzes opeens frontaal voor een heuvel staan. Het blijkt Pergasingan Hill te zijn, het échte avontuur kan beginnen…
Aan betoverende plekken is op Lombok geen gebrek. Een absoluut pareltje is Pergasingan Hill, ook bekend als ‘Bukit Pergasingan’, met haar onwerkelijke uitzicht vanaf de 1.750 meter hoge piek. Uitzicht op een vallei die gedomineerd wordt door gekleurde rijstvelden. Onderweg zie je tevens de contouren van de Rinjani-vulkaan het landschap inkleuren.
Toen ik op Facebook een foto voorbij zag komen via de pagina van Wonderful Indonesia, was het voor mij meteen duidelijk dat ik erheen wilde.
Zonder lang te twijfelen ben ik die kant opgegaan, samen met de Lombokse Juliet.
De zoektocht was haast net zo bijzonder als het uitzicht vanaf de berg. Het werd een speciale dag waarover ik je in dit verhaal meer ga vertellen. Verder geef ik je handige info en tips die je van pas zal komen wanneer ook jij deze hidden gem wilt bezoeken.
Het mooie is dat de heuvel niet op de logische Lombok-route ligt, waardoor je er nauwelijks andere reizigers treft. Het zullen grotendeels locals zijn, indien je überhaupt al mensen tegenkomt.
Zoek je een leuke hike op Lombok, maar wil je geen dagenlang hoeven afzien zoals bij de Rinjani wél het geval is? En verlang je wellicht naar een minder toeristisch alternatief? Dan is Bukit Pergasingan precies wat bij je past.
Overigens bezocht ik Pergasingan Hill in augustus 2017, vandaar die niet al te scherpe foto’s. Zie je 2017 en denk je nu: oh, da’s wel heul erg lang geleden, heb ik hier wel iets aan? Ga niet weg, want ik heb de meest recente informatie voor je toegevoegd 🙂 .
Mijn bezoek aan Pergasingan Hill
Pergasingan Hill, ik ben er vanuit Kuta heen gereden samen met Juliet, een local van het zo groene eiland.
In dit gedeelte lees je alles over onze belevenissen.
Een toevallige ontmoeting?
In Kuta leer ik een meisje -Juliet- kennen, de toekomstige eigenaresse van een nog te bouwen hotel. Ze wil een dezer dagen diverse mooie plekken van Lombok gaan ontdekken, om promotiefilmpjes over het eiland te maken.
Toeval of niet, ze heeft het al vrij snel over Pergasingan Hill en vraagt of ik morgen mee wil rijden om deze bezienswaardigheid te gaan bekijken. Het is juist deze berg die ik wil zien. Mijn antwoord is dan ook: “Natuurlijk ga ik mee.”
Roadtrippen naar Sembalun
Die ochtend daarop hebben we om tien uur afgesproken. Laat voor de plaatselijke bevolking, voor mij vroeg genoeg. De afstand die we af moeten leggen is zo’n 100 kilometer. In Nederland een eitje, in Indonesië duurt zoiets al gauw drie-en-een-half uur. En dan zit het mee.
Ik spring in de gehuurde Toyota en constateer dat Juliet net zoveel van het komende avontuur afweet als ik. Vrijwel niets dus. Hoewel het op mijn lippen ligt om voor te stellen een deel van de rit op me te willen nemen, realiseer ik me dat schakelen met m’n linkerhand wellicht niet zo’n goed idee is. Ik laat het er daarom maar bij zitten.
We volgen de route via Google Maps. Het bleek achteraf de toeristische variant in plaat van de snelste. Na een uur of twee stoppen we bij een niet al te sexy warung om te eten. Echt ontbeten hebben we, op enkele bananen na, beiden namelijk nog niet. Nagenoeg iedereen die in het eethok zit staart me opzichtig aan. Men ziet in deze omgeving nauwelijks toeristen uit de Westelijke contreien, zo concludeer ik voor mezelf.
Wanneer we haast drie uur onderweg zijn, geeft de routeplanner nog 20 kilometer aan. Het landschap begint meer en meer uit bergen te bestaan, een goed teken.
Langs de weg staat een vervallen kraampje en ervoor ligt een gigantische stapel groene kokosnoten. De man die deze kokos-toko runt lijkt bezig zijn machete te slijpen. Daarna grijpt hij een van de kokosnoten en hakt hij de taaie schil eraf, zodat hij voor z’n klanten enkel nog het laatste, houtige gedeelte hoeft te openen.
Kokosnoten… Ze maken me altijd helemaal happy. Of senang, zoals ze hier zeggen. Buiten de tropische sensatie die ze losmaken, raken ze een diepgeworteld oergevoel in me. Het kokosvlees en -water is nou echt iets wat door Moeder Natuur voor de mens is gecreëerd. De smaak van het sap is voor mij zo’n beetje het beste wat er bestaat.
Dan ineens belanden we op een verrassend goed geasfalteerde slingerweg met, nog verrassender, talloze loerende aapjes. Soms aandachtig kijkend, maar minstens net zo vaak quasi ongeïnteresseerd zittend op de weg. Grijze makaken. Je kent ze wel. Ze ogen o zo schattig, desondanks hebben ze de gave om je binnen de kortste keren van je (waardevolle) spullen te beroven. Telkens als we er een voorbijgaan, kijkt zo’n ondeugende rakker vol interesse naar de auto. Lopen is hier volgens mij geen aanrader.
Eindelijk rijden we in Sembalun:
Alleen is Pergasingan Hill schijnbaar nog een stukje karren. Tenminste, als we enkele locals moeten geloven. Enig scepticisme is op z’n plaats, aangezien de realiteit hier regelmatig afwijkt van wat men je vertelt – zo is me onderhand wel duidelijk geworden.
Pergasingan Hill?
Google Maps is de weg kwijt en kan ons helaas niet meer verder helpen. Mijn vertrouwde Maps.me heeft met dezelfde problemen te kampen. Een ding staat vast: we zitten in de buurt. De dorpelingen zullen ons vast wel kunnen helpen.
Da’s echter iets te optimistisch gedacht.
Als we aan enkele bewoners vragen naar Pergasingan Hill, weet men van niks. We worden met rollende ogen en gefronste wenkbrauwen aangestaard, alsof we ze niet helemaal op ’n rijtje hebben.
Dat veel van de mensen ‘Sasak’, de oorspronkelijke op Lombok, spreken en Juliet enkel ‘Bahasa Indonesia’, maakt het allemaal nog een stuk ingewikkelder. Ze verstaat slechts flarden van de vele woorden. Aanvullende gebaren van onze zijde spelen evenmin iets klaar.
Kan er dan werkelijk niemand ons verder helpen?
Ik denk tien minuten later komen we een kleine, oudere vrouw tegen die met gekromde rug meedeelt dat we rechtsaf moeten bij een groot knoflookbeeld. Haar blik heeft iets duisters en lichts tegelijk. Ik kan het moeilijk plaatsen.
Hoe dan ook, we moeten een eindje terug, zo vertelt ze. Ik en Juliet kunnen ons het beeld trouwens geenszins herinneren. Desalniettemin zullen we zo’n joekel van een ding moeilijk kunnen missen. Zeker nu we erop letten, besef ik me. We draaien om en gaan op zoek. Noem het gerust een heuse speurtocht.
Inmiddels dik tien minuten later twijfelen of we wel goed zitten. Daarom vragen we het opnieuw, onder andere aan een man die om een hoekje staat te koekeloeren. Later zou duidelijk worden dat deze mensen, hoe overtuigend ook, ons volstrekt de verkeerde kant op hebben gestuurd.
Dan verschijnt het opvallende beeld van een kolossale witte knoflook, precies waar de vrouw ons over vertelde. Overigens moeten we niet rechts-, zoals ons verteld was, maar linksaf.
Nadat we nog een paar keer verkeerd rijden en het merendeel van de mensen ook hier nooit gehoord heeft van Pergasingan Hill, krijgen we de gouden tip bij een groene moskee, die prachtig in de zon glinstert. Het gebedshuis oogt gloedjenieuw. De speakers die rondom de toren hangen doen me aan de pijnlijke half-vijf-wekkers in Kuta denken, en temperen mijn blijdschap een tikkeltje.
Voor de ingang staat een man, met in zijn rechterhand een tasje volgepropt met verse spulletjes van de markt en een islamitische kufi op z’n hoofd. Hij wijst ons bevlogen de weg, tot in het diepst denkbare detail. Nu moet het wel kloppen, zo zegt m’n instinct me.
En inderdaad…
Via alweer een moskee -waar het gebed in volle glorie aan de gang is- en een verlaten zandpad, komen we uit bij de voet van de heuvel die we al zolang zochten. Naja, heuvel mag je gerust kleinerend noemen, aangezien de top zo’n 1.750 meter boven zeeniveau uittorent. Aardig machtig dus.
Kleine nuance: we stonden niet aan de voet van Pergasingan Hill, maar al op zo’n 1.150 meter hoogte. Da’s waar de trektocht begint.
Niemand te bekennen
Juliet wil via een smal stenen pad de oversteek wagen met de auto, maar gelukkig breng ik haar resoluut van dit roekeloze idee af. Als er hier iets gebeurt, is er niemand om je te helpen en ligt je wagen in de prak. We parkeren de Toyota op een daarvoor bestemd lijkend grasveld.
Godzijdank kunnen we de auto uit. Ik ben zo stijf als een hark van de onnatuurlijk zittende houding, zoals ik van mezelf gewend ben.
Het is ons overigens een raadsel waar we heen moeten. Misschien kunnen we het iemand vragen, al is in de hut die we passeren volgens mij al jaren geen mens meer geweest. Een verroest hurktoilet is er daarentegen wel, met de ironische tekst: ‘Verboden te poepen’. En dat terwijl het een kakus (lees: kakhuis) betreft. Ik moet erom schateren en beeld me zoiets in Nederland in. Onmogelijk gewoon.
Ik staar nog wat in het rond maar zie serieus geen kip. Er is zelfs geen scooter te bekennen, een unicum op Lombok en überhaupt in Indonesië.
Over kippen gesproken, een eindje verderop heten kippen en hanen ons welkom. Ze pikken gretig kliekjeskruimels van de grond, al lijken ze van dichtbij eerder zandkorrels te eten. Gunnen doen ze elkaar niets, het is louter individueel belang waarop gehandeld wordt. Wanneer een van de kippen als een boefje iets voor de neus van een lieflijk kuikentje wegsnoept, snelt er een haan op af en neemt mevrouw de kip de benen. Wat een grappigerds zijn het ook hè.
Muziekspelende kinderen
Nogal onverwachts klinkt er ineens muziek, een soort Indonesische house in opgefokte vorm. Liever noem ik het takkeherrie. Met alle respect trouwens. Het blijken kinderen die voor het oorverdovende volume zorgen. Ze wijzen ons de weg en gaan erna vrolijk door, twee van hen rollen als jonge biggetjes door de modder. De kids stralen een puurheid uit en maken zich, in tegenstelling tot volwassen mensen, nergens druk om. Ze zijn gewoon. Zo mooi om te zien altijd.
Wanneer we doorgaan geven ze dolenthousiast aan mee te willen, dit lijkt ons echter niet zo’n goede zet. We kennen het gebied immers niet, en we willen hen niet in gevaar brengen. Zichtbaar teleurgesteld proberen ze het nogmaals, ditmaal met een van de jongetjes voorop, die ons met zielige puppy-oogjes aankijkt. Trekjes die ik maar al te goed ken van de armbandjes-verkopers op het strand van Kuta, al heeft het nu wel degelijk iets oprechts.
Sorry lieverds, we kunnen het serieus beter niet doen.
Kort daarna komt een oudere man het terrein op gereden. Gelukkig, aangezien hij ons van alles over Pergasingan Hill kan vertellen, zo ontdekken we seconden later. Eindelijk iemand die ons begrijpt. Hij zegt onder andere dat er bij de parkeerplaats gidsen wachten die mensen zoals wij met de scooter naar boven kunnen brengen. Zodra de grijsaard laat doorschemeren dat het drie kwartier wandelen is, besluiten we de hike zelfstandig te maken.
De kinderen kijken ons na tot we uit het zicht verdwenen zijn, en roepen ten slotte keihard “Byeee byeee!”
Een minitrekking met unieke uitzichten
Het begin is makkelijk, al vlug heeft het meer met klimmen te maken dan wandelen. We zien een toerist afdalen die in het Engels meedeelt dat er ongeveer 20 minuten naar de top rest, de laatste loodjes dus. De praktijk is anders, aangezien ik bijna een uur verder nog verre van op te top bivakkeer. Juliet is, gezien haar slechte conditie inmiddels afgetaaid en besluit ergens op een plateau van klei op me te wachten.
Research op internet wijst uit dat het om en nabij de drie uur duurt om boven op de berg te komen. Eens te meer wordt me duidelijk de uitspraken van de locals met een dikke korrel zout te moeten nemen. Want drie uur is geen 45 minuten. Diezelfde meneer die het over deze 45 minuten had, beweerde eveneens dat je per scooter naar boven kunt. Ik heb het met handen en voeten soms al moeilijk genoeg. Voor de duidelijkheid: het is onmogelijk om hier te rijden, tenzij je kunt toveren.
En die toerist van zojuist dan? 20 minuten zei ‘ie?
Dacht het effe niet.
Ach ja, hadden we zelf maar wat meer onderzoek moeten doen, zo is het ook weer. Bovendien vind ik het wel lekker om even een beetje te zweten, ik heb al lang genoeg in de auto onderuitgezakt in een stoel gezeten.
Als ik me spontaan omdraai, kijk ik uit op een gedeelte van de vallei:
Wat een schoonheid. Wat groots.
Geblokte rijstvelden en daarachter een bergketen, die de vorm van een woeste golf in de zee heeft. Het zou zo getekend kunnen zijn.
Alle reden om door te gaan en een nog beter plekje te vinden dus.
Eerst eventjes wat snelle suikers naar binnen werken. Uit mijn rugzak pak ik twee bananen tevoorschijn, die ondertussen zo zacht als babyvoeding zijn en hun mooie gele kleur hebben ingeruild voor bedorven bruin. Het boeit me weinig en ik eet ze in rap tempo op. Mierzoet zijn ze. Perfect eigenlijk.
Soms kom ik andere personen tegen, uitsluitend jongere Indonesiërs. Iedereen van hen heeft een tentje bij zich, je kunt namelijk op de top kamperen. Da’s een vette ervaring denk ik.
Uiteraard volgen er diverse fotopauzes, die me de indruk geven een popster van het kaliber Michael Jackson te zijn.
Even later struin ik door een gebied gedomineerd door struiken. Hier en daar liggen grote hopen poep van, volgens mij, buffels. Spotten doe ik ze alleen niet.
Af en toe stop ik om van het schitterende uitzicht op de vallei te genieten. Een vallei die bestaat uit boerenlanden, die opgedeeld zijn in gekleurde, vierkante blokjes. Hoge hoger ik kom, hoe beter het wordt:
Verder zie ik een dorp, savanne en heuvellandschap, waaronder Mount Rinjani. De berg die ik een paar dagen later zou gaan beklimmen:
Dat het om de majestueuze Rinjani-vulkaan gaat, krijg ik overigens te horen van een koppel waarmee ik enkele woorden wissel.
Op een zeker moment, als ik besloten heb dat het uitzicht nauwelijks beter kan worden, ga ik in rap tempo terug naar Juliet. Ik dacht immers maar 20 minuten weg te zijn, het werd alleen iets langer.
Ze zal wel denken…
Na een paar onschuldige glijpartijen gedurende de de zanderige afdaling, alhoewel er eentje beduidend slechter had kunnen aflopen voor mijn linkerenkel, hoor ik plotseling iemand zingen. Het is Juliet en ik toon haar met mijn telefoon wat ze gemist heeft. Ik ben blij weer een speciale ervaring rijker te zijn. Of zeg maar gerust euforisch.
We zetten de laatste stappen richting de Toyota. Op naar Senaru, op naar de Rinjani. En daar zou me een barre tocht wachten.
Tours naar Pergasingan Hill
Je kunt Pergasingan Hill gemakkelijk op eigen houtje bezoeken, zoals ik ook heb gedaan.
Mocht je niettemin meer senang voelen met een georganiseerde tour, dan kun je navraag doen bij je accommodatie in bijvoorbeeld Sembalun, of een van de volgende mogelijkheden boeken:
Hoelang duurt de trekking?
De meeste mensen hiken 1,5 tot 2,5 uur alvorens ze op de top van Pergasingan Hill aankomen. Die top ligt als gezegd op 1.750 meter en al wandelend zal je zo’n 600 meter stijgen. Je begint zodoende niet helemaal aan de voet.
Het eerste uur is grotendeels klimmen en klauteren en is serieus steil, daarna volgt een vlakker gedeelte door het bos (30 minuten) om vervolgens de laatste klim in te zetten (30 minuten).
Voor de terugweg moet je rekening houden met 1 uur afdalen.
Wat neem je mee?
Aangezien het geen hele lange wandeling is, hoef je niet bijster veel bij je te hebben.
Ik raad je de volgende dingen aan:
- Water (1 liter is prima)
- Snacks zoals pinda’s en bananen
- Goede schoenen (hardloopschoenen voldoen)
- Eventueel een regenjas of poncho, het weer kan hier snel omslaan
- Je telefoon of camera (duhhh)
- Geld voor de entree
Wil je de zonsopkomst bijwonen? Draag dan warme (thermale) kleding.
Ga je kamperen, neem dan behalve je kampeerspullen ook een lampje, warme kleren en voldoende water en eten mee. De top tikt een hoogte aan van 1.750 meter, het kan daarom aardig koud worden.
Is Pergasingan Hill gratis te beklimmen?
Nope, bij de ‘ingang’ zal je 50.000 IDR per persoon moeten betalen, plus nog een 5.000 IDR om je scooter te parkeren.
Valt met omgerekend 3 euri’s erg mee hoor trouwens 😉 .
Al is het best irritant dat ze de prijzen voor toeristen telkens blijven verhogen. In 2017 was het bijvoorbeeld gratis, daarna werd het 25.000 IDR en nu zitten we dus al op 50.000 IDR. Alleen ja, je doet er niks aan.
Waar rond Pergasingan Hill raad ik je aan om te overnachten?
De beste uitvalsbasis om Pergasingan Hill te bezoeken is Sembalun. Je zult hier amper toeristen zien, die vind je vooral op de Gili-eilanden, in Senggigi en Kuta.
In en nabij Sembalun heb je een aantal uitstekende homestays om te verblijven, veelal middenin de rijstvelden. Villa Strawberry Sembalun, Radiya Guesthouse en Rinjani Family Homestay zijn aanraders.
Mocht je ietsje meer luxe en comfort zoeken, dan zijn Rautani Sembalun en het Bukit Tiga Lima Boutique Hotel top.
Kurni’s Cabin ligt op ongeveer 12 kilometer van Sembalun in Sapit, en is een andere coole plek om te verblijven.
Enne, wil je het ultieme avontuur beleven? Huur dan kampeerspullen in Sembalun en blijf een nachtje bovenop de berg slapen. De volgende ochtend word je wakker met de zonsopkomst en een verbluffend uitzicht. Kost je verder niets.
Wat is de beste reistijd voor Pergasingan Hill?
Let erop dat het in de weekenden doorgaans druk wordt met lokale bezoekers, waarvan er een boel op de berg kamperen. Om rust te ervaren zou ik zodoende doordeweeks gaan.
Hou verder rekening met het regenseizoen dat van eind-oktober tot en met maart loopt. Het hoeft dan heus niet telkens te gieten, al is de kans op slecht weer in die maanden groter vergeleken met het droge seizoen -april tot en met september-.
En plensbuien wil je zoveel mogelijk vermijden, aangezien het pad dan glibberig en nagenoeg ontoegankelijk wordt.
Zelf deed ik de hike als gezegd in augustus, ook toen werd ik getrakteerd op een hoop gladde stukken en ben ik een paar keer op m’n plaat gegaan.
Wil je de zonsopkomst meemaken? Start dan ’s ochtends om een uur of vier met hiken.
Hoe kom je bij Pergasingan Hill?
Pergasingan Hill ligt in Sembalun, in het noorden van Lombok. Vanuit Senaru (1 uur reistijd), Tetebatu (2 uur reistijd) en Sembalun (15 minuten reistijd) worden dagtrips georganiseerd, al kan je evenals ik gemakkelijk zonder gids gaan.
Je zult dan echter wel zelf met de scooter of auto erheen moeten rijden, aangezien er verder geen bus of iets dergelijks richting de heuvel beschikbaar is. Of je pakt een taxi, kan natuurlijk ook.
Vanuit Kuta moet je rekenen op een reistijd van 2,5 tot 3 uur.
Is er nog meer te doen in Sembalun?
Vlakbij Pergasingan Hill heb je het Bukit Selong Viewpoint liggen, evengoed de moeite waard om eventjes heen te gaan. Je betaalt 10.000 IDR om toegang te krijgen en de wandeling duurt slechts 10 minuten.
Verder is Sembalun een bekend startpunt van de meerdaagse trekking op de Rinjani-vulkaan. Ook al verblijven de meeste wandelaars in Senaru, het gros van de trektochten start rond Sembalun.
Ten slotte vind je in de Sembalun-regio diverse fraaie watervallen, al moet je daarvoor wel nog een eind noordwaarts rijden. Een aanrader is de Mangku Sakti Waterfall Sajang, op 50 minuten rijden vanuit het dorp. En natuurlijk de weergaloze Tiu Kelep Waterfall, al kun je die net zo goed te voet vanuit Senaru bezoeken.
Meer lezen over Lombok
Zin om lekker door te lezen over Lombok?
Bekijk dan de Lombok-pagina die bomvol tips, inspiratie en avonturen staat.
Hulp nodig bij je reis op Lombok en Indonesië?
Zelf ben ik vanuit Pergasingan Hill direct doorgereisd naar Senaru, om daar enkele dagen later de Rinjani te beklimmen. Poeh zeg, wat heb ik afgezien…
Maar even iets anders: om reizigers te helpen met hun reis door Indonesië en Lombok, heb ik maandenlang aan een onwijs vet product gewerkt: Backpackgids Indonesië. In deze digitale knaller vind je een heleboel routes, wonderschone bestemmingen (ook hidden gems), dingen je je beter kunt skippen en waardevolle transportinfo waarmee je zeeën aan tijd bespaart.
En ik geef je en daarnaast nog een boekje bij met insider-tips, die ik op basis van mijn jarenlange reizen in Indonesië met je deel. Momenteel zit ik er trouwens alweer, op Lombok om precies te zijn.
Ga jij Pergasingan Hill bezoeken?
Hee Robbert, super stuk. Wij zitten nu toevallig op Lombok dus ging op zoek naar jouw info hierover na je nieuwe nieuwsbrief.
Zelf houden we ook een blog bij. Niet om te informeren, meer om mensen wat van wc-lectuur te voorzien.
Veel plezier in Nieuw-Zeeland!
Groetjes Claire en Simone
Leuk! Naar Pergasingan Hill gaan hè!